(2) Zet de HOOFD/HULP-OMSCHAKELAAR op de printplaat
van één van de afstandsbedieningen op "S". (Laat de
schakelaar van de andere afstandsbediening op "M"
staan.)
S
S
(Fabrieksinstelling)
M
Als de
fabrieksinstellingen
S
ongewijzigd zijn
M
gebleven,
hoeft u slechts één
van de afstands-
bedieningen te
veranderen.
Aansluiten (Zie "ELEKTRISCHE BEDRADING")
(3) Verwijder het deksel van het elektrische aansluitingencom-
partiment.
(4) Sluit afstandsbediening 2 (slave) in het elektrische
aansluitingencompartiment aan op het aansluitingen-
blok (P
, P
) voor de afstandsbediening.
1
2
(Geen polariteit.) (Zie Afb. 2 en paragraaf 8-3.)
9-4
GECOMPUTERISEERDE BESTURING
(GEFORCEERD UIT EN AAN/UIT BESTURING)
(1) Bedradingsspecificaties en het aanleggen van de
bedrading
• Sluit de ingang vanaf buiten aan op de aansluitingen T1
en T2 van het aansluitingenblok voor de afstandsbedien-
ing.
F2
Bedradingsspecifi-
Bemantelde vinylleiding of kabel (2 kernen)
catie
Kabeldikte
0,75 – 1,25 mm
Lengte
Maximum. 100 m
Contact gegarandeerd belastbaar met 15 V
Externe aansluiting
gelijkstroom, 10 mA
(2) Besturing
• De volgende tabel toont de GEFORCEERD UIT en AAN/
UIT WERKINGEN in reactie op invoer A.
GEFORCEERDE UIT
Invoer : "AAN" stopt het bedrijf (onmogelijk
met afstandsbedieningen).
Invoer UIT maakt bediening via afstands-
bediening mogelijk.
(3) GEFORCEERD UIT en AAN/UIT selecteren
• Schakel de netspanning in en schakel het toestel met de
afstandsbediening in werking.
9-5
CENTRALE BESTURING
• Voor centrale besturing dienen de groepsnummers te
worden bepaald. Zie de gebruiksaanwijzing van elke option-
ele afstandsbediening voor centrale besturing.
10
Printplaat
afstandsbediening
T1
T2
GEFORC-
EERDE UIT
Invoer A
2
AAN/UIT WERKING
Invoer UIT → AAN
schakelt de unit in.
Invoer AAN → UIT
schakelt de unit uit.
10. VELDINSTELLING
Zorg ervoor dat de deksel van het elektrische aansluitin-
gencompartiment van de binnen- en buitenunits gesloten
zijn.
De veldinstelling dient met behulp van de afstandsbedien-
ing te worden aan de hand van de installatieomstandighe-
den.
• De instelling kunne worden gemaakt door het "Functienr.",
het "EERSTE CODENR." en het "TWEEDE CODENR." in te
stellen.
• Zie "VELDINSTELLING" van de installatiehandleiding van de
afstandsbediening voor details over de instelling en werking
van de functies.
TWEEDE
CODENR.
EERSTE
CODENR.
VELD INSTELFUNCTIE
• Stel de afstandsbediening in op de veld instelfunctie. Zie
"HET INSTELLEN VAN HET VELD" vin de handleiding
van de afstandsbediening voor details.
• Selecteer functienr. 12 als de veld instelfunctie is inge-
schakeld en stel het eerste codenummer (schakelaar) in
op "1". Zet daarna het tweede codenummer (positie) op
"01" voor GEFORCEERDE UIT en "02" voor AAN/UIT
WERKING. (GEFORCEERD UIT is de fabrieksinstell-
ing.)
11. TESTEN
Zie de installatiehandleiding van de buitenunit.
• De bedrijfsindicator van de afstandsbediening knippert wan-
neer er een fout optreedt. Lees de storingscode af van de
LCD-display om de plaats van de storing te lokaliseren. Een
beschrijving van de storingscodes en de oorzaak ervan vindt
u in de "VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET
ONDERHOUD" van de buitenunit.
Als een van de items in Tabel 4 wordt weergegeven is er
mogelijk een probleem met de bekabeling of de voedingss-
panning; controleer daarom de bekabeling nogmaals.
Tabel 4
Display van de
afstandsbediening
• Er is een kortsluiting bij de aansluitingen
De melding "besturing
GEFORCEERD
door systeem" brandt
UIT (T1, T2).
• De voedingsspanning van de buitenunit is
uitgeschakeld.
De melding "U4" brandt
• De voedingskabel van de buitenunit is niet
De melding "UH" brandt
geïnstalleerd.
• Onjuiste bekabeling voor de besturingska-
bel en/of GEFORCEERD UIT.
• De voedingsspanning van de binnenunit is
uitgeschakeld.
• De voedingskabel van de binnenunit is niet
Geen informatie in het
geïnstalleerd.
display
• Onjuiste bekabeling voor de bekabeling
voor de afstandsbediening, de besturing-
skabel en/of GEFORCEERD UIT.
Functienr.
SETTING
Inhoud
Nederlands