Enveloppen plaatsen
(A) Achterzijde
(B) Adreszijde
Open de papiersteun.
(1)
Open de papieruitvoerlade voorzichtig en trek de verlenging van de uitvoerlade
(2)
uit.
Schuif de papiergeleiders open en plaats de enveloppen in het midden van de
(3)
achterste lade MET DE ADRESZIJDE NAAR U TOE GERICHT.
De gevouwen klep van de envelop bevindt zich naar beneden gericht aan de linkerzijde.
Er kunnen maximaal 10 enveloppen tegelijk worden geplaatst.
Schuif de papiergeleiders tegen de zijkanten van de enveloppen aan.
(4)
Schuif de papiergeleiders niet te hard. Dan worden de enveloppen misschien niet goed ingevoerd.
3.
Geef de instellingen op in het printerstuurprogramma.
Selecteer Envelop (Envelope) bij Mediumtype (Media Type).
(1)
Selecteer het formaat voor enveloppen.
(2)
Selecteer DL Env. of Comm. Env. #10 bij Paginaformaat (Page Size).
Selecteer DL-envelop (DL Envelope) of Envelop nr. 10 (#10 Envelope) bij Papierformaat (Paper Size).
Selecteer Liggend (Landscape) bij Afdrukstand (Orientation).
(3)
Belangrijk
Als u het Paginaformaat (Page Size) (of Papierformaat (Paper Size)) of de Afdrukstand
(Orientation) niet correct opgeeft, wordt het adres ondersteboven of 90 graden gedraaid
afgedrukt.
Opmerking
Het apparaat kan geluid maken bij het invoeren van de enveloppen.
Als in Windows het afdrukresultaat ondersteboven is, selecteert u 180 graden roteren (Rotate
180 degrees) op de pagina Pagina-instelling (Page Setup) in het dialoogvenster met
printereigenschappen van het printerstuurprogramma.
Lehekülg 64 / 658
Naar boven