2
Klik op Device Solutions > Solutions (eSF) of klik op Embedded
Solutions.
3
Klik bij Geïnstalleerde programma's op de naam van de toepassing
die u wilt configureren.
4
Klik op Configureren > Exporteren.
5
Volg de aanwijzingen op het computerscherm om het
configuratiebestand op te slaan en geef een unieke bestandsnaam
op of gebruik de standaardnaam.
Opmerking: Als de fout JVM Onvoldoende geheugen
optreedt, moet u de exportbewerking herhalen tot het
configuratiebestand is opgeslagen.
Een configuratie importeren
1
Klik in Embedded Web Server op Instellingen of Configuratie.
2
Klik op Device Solutions > Solutions (eSF) of klik op Embedded
Solutions.
3
Klik bij Geïnstalleerde programma's op de naam van de toepassing
die u wilt configureren.
4
Klik op Configureren > Importeren.
5
Blader naar het opgeslagen configuratiebestand. U kunt het
bestand laden of een voorbeeld hiervan weergeven.
Opmerking: Als er een time-out optreedt en een leeg scherm
wordt weergegeven, vernieuwt u de browser en klikt u
vervolgens op Toepassen.
Papier en speciaal
afdrukmateriaal plaatsen
Papierformaat en papiersoort instellen
De instelling Papierformaat wordt automatisch gedetecteerd aan de
hand van de positie van de papiergeleiders in elke lade, behalve bij de
standaardlade van 150 vel (lade 1) en de universeellader. De instelling
Papierformaat voor lade 1 wordt handmatig ingesteld met de
draaiknop op de lade, terwijl de instellingen Papierformaat voor de
universeellader wordt ingesteld in het menu Papierformaat.
Blader in het startscherm naar:
> Menu Papier > Papierformaat/-soort > selecteer en lade >
selecteer het papierformaat of de papiersoort >
Alleen lade 1 heeft Normaal papier als standaardinstelling voor het
papierformaat. Aangepast 2, 3, 4, 5 en 6 zijn de standaardinstellingen
voor de andere laden.
Papier plaatsen in de standaardlade of
optionele lade voor 550 vel
De printer heeft standaardladen voor 150 vel (lade 1) en 250 vel (lade
2), en heeft mogelijk een of meer optionele laden voor 550 vel. Alle
laden voor 550 vel ondersteunen dezelfde papierformaten en -soorten.
LET OP—KANS OP LETSEL: Zorg ervoor dat u papier
afzonderlijk in elke lade of lader plaatst om instabiliteit van de
apparatuur te voorkomen. Houd alle overige laden of laders
gesloten tot u ze nodig hebt.
1
Trek de lade naar buiten.
4
Onder in de lade zijn formaatindicatoren aangebracht. Gebruik
deze indicatoren om de geleiders in de juiste stand te zetten.
2
Zorg ervoor dat u de breedtegeleider aan de achterzijde van de lade
ontgrendelt. Druk de breedtegeleider in en schuif deze naar de
juiste positie voor het formaat papier dat u in de lade plaatst.
1
2
3