INSTALLATIEHANDLEIDING
C
Bijlage B Cascade
(10)3
8
AUTOMATISCHE DETECTIE
Na het correct aansluiten van de bedrading wordt vanuit de master-ketel de automatische detectie van de cascadeketen opgestart. Indien de
(hydraulische) configuratie zo is ontworpen om dienst te doen als gesplitst warmtapwatersysteem, stel dan de parameter CV-KETELS VOOR
MANUAL DEJATECH FLOORFLEX C
WARMTAPWATER in op het aantal cv-ketels dat tot de groep cv + warmtapwater behoort. Als de groep met alleen cv een ander vermogen heeft,
schakel dan de parameter ANDERE OMVANG CV-KETEL in. Schakel de warmtevraag geheel uit en schakel alle ketels in. Stel het juiste type cv- en/of
warmtapwatervraag in, het juiste aantal pompen (of pomp en driewegklep) en het minimumvermogen voor cv en warmtapwater (tabel 9) vanaf
de eerste cv-ketel (master). Start vanaf de eerste ketel (master) de AUTOMATISCHE DETECTIE. Als dit lukt, wordt het aantal branders (cv-ketels) op
Appendix – B Cascade
het scherm weergegeven. Druk op de knop OK om te bevestigen. Druk als het nummer niet klopt, op ESC en controleer de bedrading tussen de
cv-ketels.
n in the upper right corner of each display
Als de configuratie met succes is afgerond, wordt rechtsboven in de schermen het cascadesymbool
weergegeven. Creëer een cv- en/of warmtapwatervraag en controleer de cascadeketen op juiste
werking. Voer na het wijzigen van een parameter van de cascade-instelling opnieuw een automatische
own. Create a CH and/or DHW demand
detectie uit.
n of the cascade chain. After changing a
ALUTHERM
|
INSTALLATIEHANDLEIDING
|
C
|
Bijlage B Cascade
|
Type A B C
(10)3
(11)3
ALUTHERM
14
|
cv-ketels