3. Bij het invoegen van de BS-eenheid
Buitenunit
Voeding
220-240V
Controledoos
1
IN/D OUT/D
F
1
F
2
F
1
F
2
L N
50Hz
Systeem
nr.3
Binnenunit A
L N
P
P
F
F
T
T
1
2
1
2
1
P
P
1
2
[ VOORZORGSMAATREGELEN ]
1. Voor units in hetzelfde systeem kan volstaan worden met één
hoofdschakelaar. Vertakkingschakelaars en -stroomonder-
brekers moeten zorgvuldig worden geselecteerd.
2. Aard de installatie niet op gasleidingen, waterleidingen of
bliksemleidingen of op de aardleiding van de telefooninstal-
latie. Door een slechte aarding kan gevaar ontstaan voor
elektrische schokken.
9-3
BESTURING DOOR 2 AFSTANDSBEDIENIN-
GEN (Besturen van 1 binnenuit door 2
afstandsbedieningen)
• Stel voor de besturing met behulp van 2 afstandsbedienin-
gen één afstandsbediening als de master en de andere als
de slave.
< Verander de modus van master naar slave en omge-
keerd >
Zie de installatiehandleiding die bij de afstandsbediening is
geleverd.
< Bedradingsmethode >
(1)Verwijder het deksel van de besturingskast.
(2)Breng extra bedrading aan van de afstandsbediening 2
(Slave) naar de aansluitingen (P1·P2) voor de bedrading
van de afstandsbediening op het aansluitblok (X1M) in de
besturingskast.
Aansluitingenblok (X1M) voor bedrading voor
afstandsbediening (P1, P2)
Geen polariteit
Afstandsbediening 1
(Master)
Nederlands
Voeding
220-240V
1
L N
50Hz
BS-eenheid
Controledoos
OUT/D
IN/D
F
1
F
2
F
1
F
2
L N
P
P
F
F
T
T
2
1
2
1
2
1
2
P
P
1
2
Afstandsbediening 2
(Slave)
9-4
EXTERNE AFSTANDSBEDIENIG
(GEFORCEERD UIT EN AAN/UIT BESTURING)
(1) Bedradingsspecificaties en het aanleggen van de bedrad-
ing
BS-eenheid
• Sluit de ingang vanaf buiten aan op de aansluitingen T1 en
Controledoos
T2 van het aansluitingenblok voor de afstandsbediening.
OUT/D
IN/D
F
1
F
2
F
1
F
2
Laatste
binnenunit
in de reeks
Bedradingsspecifi-
catie
Kabeldikte
Lengte
Externe aansluiting
(2) Besturing
• De Tabel 5 toont de GEFORCEERD UIT en AAN/UIT
WERKINGEN in reactie op invoer A.
Tabel 5
GEFORCEERD UIT
Invoer AAN stopt het bedrijf (onmogelijk met
afstandsbedieningen).
Invoer UIT maakt bediening via afstands-
bediening mogelijk.
(3) Het selecteren van de GEFORCEERD UIT en AAN/UIT
WERKING.
• Schakel de netspanning in en schakel het toestel met de
afstandsbediening in werking.
9-5 CENTRALE BESTURING
• Voor centrale besturing dienen de groepsnummers te
worden bepaald. Zie de gebruiksaanwijzing van elke option-
ele afstandsbediening voor centrale besturing.
10. VELDINSTELLING
Nadat de stroomtoevoer is ingeschakeld, dient overeenko-
mstig de installatiestatus de instelling van de afstandsbe-
diening ter plaatse worden ingesteld.
• Voer de instelling door de 3 waarden, "Functienr.", "EERSTE
CODENR." en "TWEEDE CODENR." in te stellen.
De instellingen aangegeven door "
duiden deze aan bij het verlaten van de fabriek.
• De methode voor de instelprocedure en bediening wordt
aangeduid in de installatiehandleiding die is meegeleverd
met de afstandsbediening.
(Opmerking) Hoewel de instelling van de mogelijkheid
• Als een afstandsbediening wordt gebruikt, voer dan de vol-
gende stappen uit om de invoer te wijzigen naar
GEFORCEERD UIT of naar AAN/UIT WERKING.
F2
T1
T2
GEFORC-
EERD UIT
Invoer A
Bemantelde vinylleiding of kabel (2 kernen)
2
0,75 - 1,25 mm
Maximum. 100 m
Contact gegarandeerd belastbaar met 15 V
gelijkstroom, 1 mA.
"Functienr." als groep is uitgevoerd, moet u,
wanneer u van plan bent de individuele instell-
ingen met elke binnenunit uit te voeren of dit te
bevestigen nadat de instelling is uitgevoerd,
moet de instelling met behulp van Functienr.
worden uitgevoerd zoals in de parenthesis ( ) is
aangegeven.
AAN/UIT WERKING
Invoer UIT → AAN
schakelt de unit in.
Invoer AAN → UIT
schakelt de unit uit.
" in de tabel
9