Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
Inleiding
Met deze ombouwset bouwt u uw fornuis om van aardgas (G25 / 25
mbar) op propaan-/butaangas (G30 / 28-30 mbar). Controleer voor-
dat u met ombouwen begint of uw fornuis daadwerkelijk op aardgas is
ingesteld.
Gereedschap
A. Lekspray en/of speciale drukmeter
B. Pijp- (of dopsleutel) 7
C. Schroevendraaier 2 mm (bladbreedte)
Let op: Test het toestel na het
ombouwen op gasdichtheid
(zie hoofdstuk 2).
Vervang de volgende onderdelen:
- spuitstukken voor de branders
- 2 gegevensplaatjes met gewijzigde gasinstelling
Demonteren
Voorkom beschadigingen van het werkblad of tafel. Leg delen van het toestel
op een beschermende ondergrond.
1. Verwijder de pandragers, branderkoppen en sierdeksel (indien aanwe-
zig). Zie afbeelding A en B.
2. Verwijder de 4 inspuiters. Zie afbeelding C en D. Gebruik daarvoor
pijpsleutel 7.
3. Trek de bedieningsknoppen rechtstanding naar voren en verwijder deze
(zie afbeelding E).
Ombouwen
1. Plaats de nieuwe inspuiters (G30 - 28/30 mbar) in de branders (zie
1
afbeelding F). Gebruik daarvoor wederom pijpsleutel 7.
De waarden van de spuitstukken vindt u, ter verifi catie, in de tabel
met waarden voor inspuiters (zie pagina 6).
2. Plaats de branderkoppen en sluit het fornuis aan op een gasfl es met
G30-30 mbar.
3. Regel, met behulp van een kleine schroevendraaier, de kleinstand met de
spaarstandschroef. De spaarstandschroef bevindt zich op het gaskraan huis
(afb. G). Indien de spaarstandschoef zich op het gaskraanhuis bevind dan is
deze via de gaskraanuitsparing in de dashboard te bereiken. De vang-
schaal hoeft dus niet verwijderd te worden. Ontsteek de brander, draai de
gaskraan naar 'kleinstand' en stel het vlambeeld bij. De vlammen moeten
na het afregelen een lengte hebben van ongeveer 4 mm (zie afb. H). Let
op: de vlam mag in kleinstand niet uitwaaien. Na afstellen moet de vlam
stabiel zijn. Dat wil zeggen dat de brander niet uit mag waaien wanneer er
bijvoorbeeld met de hand voor gewapperd wordt.
4. Plak het 1e gegevensplaatje gedeeltelijk over de bestaande sticker op de
onderbak van de gaskookplaat (zie afbeelding I).
5. Plak het 2e gegevensplaatje op de voorzijde van de handleiding (zie
afbeelding J).
Waarschuwing!
Controleer of de inspuiters met de juiste waarden in de juiste bran-
ders zitten. Zie de gastabel op pagina 6. Controleer de inspuiters op
gasdichtheid. Controle op gasdichtheid moet te allen tijde uitgevoerd
worden voordat u het toestel in gebruik mag nemen!
A
C1
C
A
B
D
F
H
J
B
C2
E
G
I
Deze kookplaat staat ingesteld
voor G30 / 28-30 mbar (LPG)
Deze kookplaat staat ingesteld
voor G30 / 28-30 mbar (LPG)
5
Advertenties
