Celconstante (1 kar.)
•
Opmerking "Err3" verzonden indien record niet bestaat.
"Err4" verzonden indien identificatie karakter bereik niet herkend wordt.
"Err5" verzonden indien AutoLog in uitvoering is.
"Err6" verzonden indien het gevraagde bereik niet beschikbaar is. "Err7"
verzonden indien het instrument aan het loggen is.
"Err8" verzonden indien het instrument niet in meetmodus is. "Err9" verzonden
indien batterijniveau laag is en de communicatie niet kan gebeuren.
BATTERIJEN VERVANGEN
Om de batterijen te vervangen, volgt u de volgende stappen.
Schakel het instrument uit.
•
Open het batterijcompartiment door het verwijderen van de vier schroeven aan de
•
achterkant van het instrument.
Verwijder de oude batterijen.
•
Plaats vier nieuwe 1,5 V AA-batterijen en let daarbij goed op de polariteit.
•
Sluit het batterijcompartiment met behulp van de vier schroeven.
•
Bij een batterijcapaciteit van minder dan 20 % zijn de seriële communicatie en de achtergrondverlichting
niet beschikbaar.
Opmerking; Het instrument is voorzien van BEPS (Battery Error Prevention System), dat het
instrument automatisch uitschakelt wanneer de batterijcapaciteit te laag is om
betrouwbare metingen te genereren.
PROBLEEMOPLOSSING
SYMPTOOM
Meetresultaat fluctueert
op en neer (ruis)
Scherm toont knipperende
volleschaalwaarde
Kalibratie lukt niet of ver-
keerde meetwaarden
Meter toont Hanna Instru-
ments-logo constant bij
opstarten
Meter schakelt uit
PROBLEEM
EC-elektrode niet goed
aangesloten.
Aflezing buiten bereik.
Defecte elektrode.
Een van de toetsen is
geblokkeerd.
Te lage batterijspanning
of Auto-off is aan: de
meter schakelt uit na X-
tijd niet-gebruik.
OPLOSSING
Controleer of de elektrode
aangesloten en/of
ondergedompeld is.
Herkalibreer de meter.
Controleer of het monster
binnen meetbereik ligt
Controleer of het bereik niet
gefixeerd is of op slot.
Vervang de elektrode.
Neem contact op met uw
leverancier.
Vervang batterijen, druk ON/OFF.