Druk op CLEAR om de oude kalibratiegegevens te verwijderen. Alle oude gegevens worden
verwijderd en het instrument gaat verder met de kalibratie. De kalibratiepunten bevestigd in
de nieuwe kalibratie worden bewaard.
Opmerking; Wanneer de CLEAR-toets wordt ingedrukt tijdens het eerste kalibratiepunt, keert
het instrument terug naar de meetmodus.
KALIBRATIESTANDAARD VERVANGEN
Wanneer een kalibratiestandaard wordt bevestigd, vervangen de nieuwe kalibratieparameters
de oude, van de overeenkomstige standaard.
Als de huidige bevestigde standaard geen overeenkomst heeft met de bestaande opgeslagen
kalibratiegegevens en het geheugen niet vol is, wordt de huidige standaard toegevoegd aan de
bestaande opgeslagen gegevens.
Als het geheugen vol is (vijf punten) zal, na bevestiging van een nieuw kalibratiepunt, het
instrument vragen welke standaard deze zal moeten vervangen.
Gebruik de pijltoetsen om een andere te vervangen standaard te selecteren. Druk CFM om te
bevestigen. Druk op CAL of ESC om de standaard niet op te nemen.
Opmerking; De vervangen standaard is niet uit de lijst verwijderd en kan wederom worden geselecteerd
voor de volgende kalibratiepunten.
NACL-KALIBRATIE
NaCl-kalibratie is een éénpuntsprocedure in 100,0 % NaCl oplossing. Gebruik HI7037L kalibratieoplossing
(zeewateroplossing) als een 100 % NaCl standaardoplossing.
Selecteer saliniteit %-bereik en druk op CAL.
•
Druk op SALT. De gemeten % NaCl, de temperatuur en de 100 % NaCl-standaard worden
•
weergegeven.
Spoel de elektrode af met wat kalibratieoplossing of gedeïoniseerd water. Dompel de
•
elektrode in HI7037L oplossing.
Tik herhaaldelijk tegen de elektrode om eventuele luchtbellen te verwijderen.
•
" " knippert totdat de meting stabiel is.
•
Wanneer de waarde stabiel is en dicht bij de geselecteerde parameter ligt, zal CFM
•
verschijnen. Druk op CFM om de kalibratie te bevestigen.
Het instrument keert terug naar de meetmodus.
•
Opmerking; Als de niet-gekalibreerde meting te ver van de verwachte waarde ligt, wordt de
kalibratie niet herkend en wordt "WRONG" weergegeven.
Opmerking; De meter maakt tijdens de kalibratie gebruik van 1,90 %/°C
temperatuurcompensatie. Als de temperatuurcoëfficiënt in het SETUP-menu is
ingesteld op een andere waarde, kan bij het verlaten van de kalibratiemodus de
weergegeven waarde afwijken van de nominale standaardwaarde.
GOEDE LABORATORIUMPRAKTIJK (GLP)