Download Print deze pagina

Lexmark X734 Handleiding pagina 3

Handleiding voor faxen

Advertenties

Afdrukstand
Deze optie geeft aan de printer door of het origineel staand of liggend is en wijzigt vervolgens de instellingen voor Zijden en
Inbinden zodat deze overeenkomen met de afdrukstand van het origineel.
Inbinden
Met deze optie wordt aan de printer doorgegeven of het origineel aan de lange of de korte zijde is ingebonden.
Resolutie
Met deze optie geeft u aan u hoe nauwkeurig de scanner het document bekijkt dat u wilt faxen. Als u een foto, een tekening
met fijne lijnen of een document met zeer kleine lettertjes faxt, moet u de instelling Resolutie verhogen. Hierdoor neemt de
scantijd toe, maar wordt de kwaliteit van de fax beter.
Standaard: geschikt voor de meeste documenten
Fijn: aanbevolen voor documenten met kleine lettertjes
Superfijn: aanbevolen voor originele documenten met fijne details
Ultrafijn: aanbevolen voor documenten met afbeeldingen en foto's
Intensiteit
Met deze optie geeft u aan hoeveel lichter of donkerder de fax moet worden in vergelijking met het origineel.
Geavanceerde opties
Door deze knop aan te raken opent u een scherm waarin u de volgende instellingen kunt wijzigen:
Vertraagd verzenden: hiermee kunt u een fax op een latere tijd of datum verzenden. Raak Delayed Send (Vertraagd
verzenden) aan wanneer de fax klaar is voor verzending. Voer vervolgens de tijd en datum van verzenden in en raak Done
(Gereed) aan. Deze instelling kan vooral handig zijn als u informatie verzendt naar faxen die tijdens bepaalde uren niet
beschikbaar zijn, of als faxen tijdens bepaalde uren goedkoper is.
Opmerking: Als de printer uitgeschakeld is op de tijd dat de fax had moeten worden verzonden, wordt de fax verzonden
wanneer de printer weer wordt ingeschakeld.
Geavanceerde beeldverwerking: hiermee kunt u Achtergrond verwijderen, Contrast, Rand tot rand scannen,
Schaduwdetail en Spiegelafbeelding aanpassen voordat u het document faxt.
Taak samenstellen: hiermee combineert u meerdere scantaken tot één enkele taak.
Transmissielog: hiermee drukt u de transmissielog of de transmissiefoutenlog af.
Scanvoorbeeld: hiermee wordt een afbeelding weergegeven voordat deze wordt gefaxt. Als de eerste pagina is gescand,
volgt er een korte pauze. Vervolgens wordt het voorbeeld weergegeven.
Rand wissen: met deze functie verwijdert u vlekken of informatie rondom de randen van een document. U kunt een heel
gebied langs alle zijden van het papier weghalen, of een bepaalde rand aangeven. Met Rand wissen wist u alles wat in het
geselecteerde gebied ligt, zodat er niets wordt afgedrukt op dat gedeelte van het papier.
Duplex geavanceerd: bepaalt hoeveel zijden uw origineel heeft, wat de afdrukstand is en of uw origineel langs de lange
of korte zijde wordt ingebonden.
Handleiding voor faxen
Pagina 3 van 3

Advertenties

loading