GBM-8.2
3.3. Aansluiting van LED's
Om de bezetmeldingen weer te geven
(bijv. in analoge systemen) sluit u de
kathodes (-) van LED's (met
serieweerstanden, bijv. 1 kΩ) aan op de
uitgangen van de GBM-8.2.
Altijd met serieweerstand!
!
Gebruik
nooit
serieweerstand, de LED's zullen in dit
geval zeer snel kapot gaan!
Aparte transformator!
!
Gebruik
niet
de
voeding van de LED's, maar een
aparte transformator, bijv. voor de
voeding van andere lampen! Als u de
rijtrafo gebruikt om de LED's te
voeden,
kunnen
vereffeningsstromen de aangesloten
componenten beschadigen.
Voeding met wisselspanning
Als u de LED's op een wisselstroomtransformator aansluit, moet u ook een beschermende
diode (bijv. 1N400x, x=2...7) en een condensator met een capaciteit tussen 10 en 100 µF en
een diëlektrische sterkte van minstens 25 V aansluiten. Dit voorkomt dat de LED's flikkeren.
!
Geen gloeilampen!
Sluit nooit gloeilampen aan op de uitgangen, want die verbruiken meestal meer dan 50 mA
stroom. De uitgangen van de GBM-8.2, die ontworpen zijn voor een maximale stroom van
50 mA, zouden tijdens de inbedrijfstelling vernietigd worden!
10 | Aansluitingen GBM-8.2
LED's
zonder
rijtrafo
voor
de
de
optredende
tams elektronik