3. REINIGEN
Om eventuele elektrische schokken of verwondingen door de draaiende
circulatieventilator te vermijden, moet u de stekker altijd uit het stopcontact trekken
WAARSCHUWING
alvorens te reinigen.
3.1 BUITEN- EN KOELER COMPARTIMENT
Veeg af met een zachte, droge doek. Als het zeer vuil is, veeg dan af met een doek die is bevochtigd met een
wasmiddel. Veeg dan af met een doek die in water is gedompeld.
Spat geen water direct op de koeler en niet met water wassen.
WAARSCHUWING
Kortsluiting en elektrische schokken kunnen resulteren.
•
Reinig de koeler regelmatig om te allen tijde schoon te houden.
•
Gebruik nooit poetsmiddel, zeeppoeder, benzine, olie of warm
water, omdat dit het schilderwerk en de kunststofcomponenten
beschadigt.
3.2 CONTROLES
Om de veiligheid te waarborgen, voer de volgende controles uit na het schoonmaken.
Is de stekker stevig in een speciale stopcontact geplaatst? Controleer of de stekker niet abnormaal heet is.
•
•
Controleer het netsnoer op scheuren en beschadigingen. Als u de geringste onregelmatigheid waarneemt,
neem dan contact op met de dealer van wie u dit toestel gekocht heeft of onze klantendienst.
4. PROBLEEMOPLOSSING
Als het apparaat problemen ondervindt, controleert u het volgende voordat u de bevoegde serviceagent bel.
Problemen
Helemaal geen
koeling
Bereikt niet de
gewenste
temperatuur
Mogelijke oorzaken
Foutief elektrisch contact
Slechte elektrische stroom
Thermostaat ingesteld op de
minimale positie
Het apparaat is blootgesteld aan
direct zonlicht.
Thermostaat is niet correct ingesteld.
Deur(en) niet goed gesloten
Producten slecht verdeeld of teveel
producten ingeladen
Verstopte condensor
Geblokkeerde grills
Voor modellen met elektronische
temperatuurregelaar, geeft E0 of E1
aan.
Mogelijke oplossingen
Controleer de elektrische aansluitingen.
Controleer de stroomaansluiting en het
stopcontact.
Stel de thermostaatinstelling in op een hoger
getal.
Verplaats het apparaat naar een schaduwrijk
gebied.
Stel de thermostaatinstelling in op een hoger
getal.
Controleer de nivellering van het apparaat en
de deurdichting.
Herverdeel de productlading volgens
startinstructies.
Reinig de condensor.
Reinig de grills en verwijder het verzamelde
afval.
Haal het toestel uit het stopcontact. Als de fout
blijft, contacteer dan een geautoriseerde
diensttechnicus.
15