Aan de slag
10. Selecteer zo nodig het keuzerondje Privé om uw document met een toegangscode te
beveiligen.
•
Klik in het invoervak Toegangscode en voer een toegangscode van 4 tot 10 cijfers via het
toetsenbord.
Opmerking:
Als u uw opdracht wilt vrijgeven, moet u eerst deze toegangscode invoeren via de
aantaltoetsen op het bedieningspaneel van het apparaat. Gebruik alleen cijfers en kies een
toegangscode die goed te onthouden is, maar niet makkelijk te raden voor anderen.
•
Klik in het invoervak Toegangscode bevestigen en voer de toegangscode van 4 tot 10
cijfers nogmaals in via het toetsenbord.
11. Klik op de toets OK.
12. Selecteer de gewenste optie(s).
13. Klik op de toets OK om uw instellingen op te slaan.
14. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u
afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken.
Opdrachten opslaan met de PCL-printerdriver
U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xerox-
printerdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen.
Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
Als Verificatie is ingeschakeld op uw apparaat, moet u zich mogelijk aanmelden op het apparaat
om uw opdrachten te kunnen zien of vrijgeven.
Als Accountadministratie is ingeschakeld, moet u mogelijk aanmeldgegevens invoeren in de
printerdriver voordat u uw opdracht kunt verzenden.
Met de optie Opgeslagen opdracht kunt u opdracht opslaan op de harde schijf van de printer, zodat
de opdracht op een geschikt tijdstip of via Internet Services kan worden afgedrukt.
Opmerking:
De systeembeheerder moet de functie Opdrachtopslag in uw printerdriver inschakelen
voordat u de optie Opgeslagen opdracht kunt gebruiken. Als u zelf uw eigen driverinstellingen kunt
bijwerken, kunt u deze functie vinden door het venster met drivers te openen, met de
rechtermuisknop op de driver te klikken, Printereigenschappen te selecteren en vervolgens het
tabblad Configuratie. Stel de status van de module Opdrachtopslag in op Geïnstalleerd via het
keuzemenu in het gedeelte Beschikbare componenten.
Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer
informatie.
1. Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets
Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu.
2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken. Afhankelijk van de applicatie die u gebruikt, kunt
u eventueel ook een paginabereik selecteren en andere afdrukselecties maken.
3. Selecteer de Xerox PCL-driver in de lijst met beschikbare printerdrivers.
4. Open het venster Eigenschappen van de printerdriver - de methode is afhankelijk van de
applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste Microsoft-applicaties selecteert u de toets
Eigenschappen of Voorkeuren om het venster te openen.
5. Klik zo nodig op het tabblad Afdrukopties. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de
printerdriver wordt geopend.
6. Selecteer Opgeslagen opdracht in het keuzemenu Opdrachttype.
72
®
®
Xerox
WorkCentre
5800/5800i-serie multifunctionele printer
Handleiding Snel starten