PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
Gietwielen
Let ten aanzien van de voorgeschreven
banden op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking van
uw scooter.
G
Controleer de velgen voor iedere rit op
scheurtjes, verbuiging of kromtrekken.
Laat ingeval van schade het wiel door
een Yamaha dealer vervangen. Pro-
beer het wiel nooit zelf te repareren,
hoe klein de reparatie ook is. Vervang
een wiel dat vervormd is of haar-
scheurtjes vertoont.
G
Na het vervangen van een wiel of
band moet het wiel worden uitgeba-
lanceerd. Een niet uitgebalanceerd
6
wiel zal mogelijk slecht functioneren,
of kan een slechte wegligging en een
verkorte levensduur van de banden tot
gevolg hebben.
G
Rijd niet te snel direct na het verwisse-
len van een band. Het bandoppervlak
dient eerst te zijn ingereden voordat
het zijn optimale eigenschappen ver-
krijgt.
DAU03773
ZAUM0107
a. Vrije slag voorremhendel
Vrije slag van voor- en
achterremhendel afstellen
De vrije slag van de voor- en achterrem-
hendel moet 10–20 mm bedragen, zoals
getoond. Controleer de vrije slag van de
voor- en achterremhendel regelmatig en
laat indien nodig door een Yamaha dealer
afstellen.
ZAUM0108
a. Vrije slag achterremhendel
DAUM0056
_
Als de vrije slag van de remhendel niet
normaal is, wijst dat op een serieus de-
fect in het remsysteem. Laat het remsys-
teem vóór gebruik van de scooter
nakijken of repareren door een Yamaha
dealer.
_
6-13
WAARSCHUWING
DW000100