FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
1
a
3
ZAUM0293
1. Chokehendel "
"
Chokehendel "
"
Voor het starten van een koude motor is
een rijker lucht/brandstof mengsel nodig;
via de choke wordt dit mengsel geleverd.
Beweeg de chokehendel richting a om de
choke aan te zetten.
Beweeg de chokehendel richting b om de
choke uit te zetten.
b
ZAUM0264
1. Zadel
DAU03839
Rijderzadel
Openen van het rijderzadel
1. Zet de scooter op de middenbok.
2. Steek de sleutel in het contactslot en
draai hem dan linksom.
OPMERKING:
_
Druk de sleutel niet in terwijl u deze draait.
_
3. Klap het rijderzadel omhoog.
Sluiten van het rijderzadel
1. Klap het zadel omlaag en druk dan
1
2. Neem de sleutel uit het contactslot als
OPMERKING:
_
Controleer of het zadel stevig is vergren-
deld alvorens te gaan rijden.
_
DAU03091
3-9
aan om te vergrendelen.
de scooter onbeheerd wordt achterge-
laten.