INLEIDING DAU04576 Welkom in de wereld van Yamaha rijders! Als eigenaar van de YQ50 of YQ50L profiteert u van Yamaha’s ervaring en techni- sche kennis in het ontwerpen en fabriceren van producten van topkwaliteit, waarmee Yamaha haar verdiende reputatie van betrouwbaarheid heeft verworven. Neem de tijd om deze handleiding aandachtig door te lezen, zodat u alle voordelen van uw YQ50 of YQ50L optimaal kunt benutten.
Pagina 4
BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING DAU00005 Bijzonder belangrijke informatie is in deze handleiding gemarkeerd met de volgende aanduidingen: Het Safety Alert symbool betekent ATTENTIE! LET OP! HET GAAT OM UW VEILIGHEID! Wanneer instructies vermeld in een WAARSCHUWING niet worden opgevolgd, kan WAARSCHUWING dit leiden tot ernstig of zelfs dodelijk letsel voor de scooterrijder of omstanders of degene die de scooter inspecteert of repareert.
Pagina 5
BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING DW000002 WAARSCHUWING LEES DEZE HANDLEIDING AANDACHTIG HELEMAAL DOOR VOORDAT U DEZE SCOOTER GAAT GEBRUIKEN.
Pagina 7
DAU00009 INHOUD VAN DEZE HANDLEIDING 1 GEEF VOORRANG AAN VEILIGHEID 2 BESCHRIJVING 3 FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 4 CONTROLES VOOR HET STARTEN 5 GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE 6 PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 7 VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER 8 SPECIFICATIES 9 GEBRUIKERSINFORMATIE...
GEEF VOORRANG AAN VEILIGHEID Andere aandachtspunten voor veilig scooterrijden ......1-2...
Pagina 10
G EEF VOORRANG AAN VEILIGHEID DAU00021 Scooters zijn schitterende machines die de scooterrijder een onovertroffen gevoel van vrijheid kunnen geven. Er zijn echter wel bepaalde spelregels en beperkingen, waar u niet omheen kunt; ook de beste scooter kan niet meer dan de natuurwetten toestaan. Regelmatige verzorging en onderhoud is van groot belang om de waarde en de goede conditie van uw scooter te behouden.
GEEF VOORRANG AAN VEILIGHEID DAU03099 Andere aandachtspunten voor veilig scooterrijden Geef duidelijk richting aan wanneer u een bocht neemt. Op een nat wegdek kan remmen uiterst lastig zijn. Vermijd te hard remmen, de scooter zou kunnen slippen. Bedien de remmen rustig wanneer u op een nat wegdek wilt stoppen. Minder snelheid bij het naderen van een bocht of een afslag.
F UNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU00027 DAU00038 DW000016 UIT “ ” WAARSCHUWING Alle elektrische systemen zijn uitgescha- Draai de contactsleutel nooit naar “ ” keld. De sleutel kan worden uitgenomen. of naar “ ” terwijl de scooter rijdt; PUSH elektrische systemen worden dan afge- DAU04470* CONTROLEREN “...
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU02958 Waarschuwingslampje “ ” voor olieniveau Dit waarschuwingslampje brandt als de sleutel in de “ ”-stand staat of als het olie- TEMP TEMP niveau in het oliereservoir van een 2-takt motor tijdens bedrijf te laag staat. Als het waarschuwingslampje bij draaiende motor 1 2 3 gaat branden, stop dan direct en vul het...
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN ALLEEN VOOR HET VERENIGD KONINKRIJK ZAUM0291 ZAUM0292 ZAUM0257 1. Snelheidsmeter 1. Toerenteller 1. Brandstofniveaumeter 2. Kilometerteller 2. Rode zone DAU00113 Brandstofniveaumeter DAU00098 DAU00101* Snelheidsmeterunit Toerenteller De brandstofniveaumeter geeft aan hoe- De snelheidsmeterunit is voorzien van een (Per model verschillend) veel brandstof in de tank aanwezig is.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU03889 Richtingaanwijzerschakelaar “ ” Druk deze schakelaar naar “ ” om af- slaan naar rechts aan te geven. Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan naar links aan te geven. Na loslaten keert de schakelaar terug naar de middenstand.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN ZAUM0084 ZAUM0085 ZAUM0262 1. Voorremhendel 1. Achterremhendel 1. Vuldop brandstoftank DAU03882 DAU00163 DAU02935* Voorremhendel Achterremhendel Vuldop brandstoftank De voorremhendel bevindt zich aan de De achterremhendel bevindt zich aan de rechterstuurgreep. Trek deze hendel naar linkerstuurgreep. Trek deze hendel naar Openen van de tankdop het stuur toe om de voorrem te bekrachti- het stuur toe om de achterrem te bekrachti-...
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN Sluiten van de tankdop DAU00185 1. Druk de tankdop in positie met de LET OP: sleutel in het slot. Veeg gemorste brandstof direct af met 2. Draai de sleutel rechtsom naar de oor- een schone, droge en zachte doek, de spronkelijke positie, neem hem uit en brandstof kan immers schade toebren- sluit dan het slotplaatje.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU03098 Uitlaatkatalysator Deze scooter heeft een uitlaatkatalysator die gemonteerd is in de uitlaatdemper. DW000128 WAARSCHUWING Het uitlaatsysteem is heet nadat de mo- tor heeft gedraaid. Controleer of het uit- laatsysteem afgekoeld alvorens onderhoudswerkzaamheden uit te voe- ZAUM0289 ren.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU03750 2-takt injectiesmeerolie Controleer of voldoende olie aanwezig is in het reservoir voor 2-takt injectiesmering. Vul zo nodig de voorgeschreven 2-takt in- jectiesmeerolie bij. OPMERKING: Controleer of de dop op het reservoir voor 2-takt injectiesmering correct is aange- ZAUM0263 ZAUM0204 bracht.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN Sluiten van het rijderzadel 1. Klap het zadel omlaag en druk dan aan om te vergrendelen. 2. Neem de sleutel uit het contactslot als de scooter onbeheerd wordt achterge- laten. OPMERKING: Controleer of het zadel stevig is vergren- deld alvorens te gaan rijden.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DC000010 Om een helm op te bergen in het opberg- LET OP: compartiment, moet de helm omgekeerd geplaatst worden en met de voorkant naar Let op het volgende bij het gebruik van voren toe. het opbergcompartiment. opbergcompartiment wordt OPMERKING:...
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN Stel de veervoorspanning als volgt af. Om de veervoorspanning te verhogen en zo de vering stugger te maken, wordt de stelring gedraaid richting a. Om de veer- voorspanning te verlagen voor een zachte- re vering wordt de stelring gedraaid in de richting b.
Pagina 29
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU00315 WAARSCHUWING Deze schokdemper is gevuld met stik- stofgas onder hoge druk. Lees en be- grijp de volgende informatie alvorens de schokdemper te gebruiken. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade aan eigendommen of voor persoonlijk letsel als dit voortvloeit uit verkeerd gebruik.
C ONTROLES VOOR HET STARTEN DAU01114 De eigenaar is verantwoordelijk voor de conditie van de machine. Vitale onderdelen kunnen bijvoorbeeld bij blootstelling aan weer en wind vrij snel en onverwachts achteruitgaan, ook als de machine niet wordt gebruikt. Eventuele schade, vloeistoflekkage of het wegvallen van de bandspanning kan ernstige gevolgen hebben.
Pagina 33
CONTROLES VOOR HET STARTEN ONDERDEEL CONTROLES PAGINA • Controleer of de werking soepel is. • Controleer de vrije slag van de kabel. Gasgreep 6-11 • Vraag zo nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de kabel af te stellen, en de kabel en het kabelhuis te smeren.
Pagina 34
CONTROLES VOOR HET STARTEN OPMERKING: Voordat de scooter wordt gebruikt moet telkens een korte algemene controle worden uitgevoerd. Zo’n inspectie neemt maar weinig tijd in beslag en de hiermee gegarandeerde veiligheid is die tijd alleszins waard. DWA00033 WAARSCHUWING Wanneer functies vermeld in de Controlelijst voor gebruik niet naar behoren werken, laat dan een inspectie uitvoeren en even- tueel repareren voordat u de machine gebruikt.
Pagina 35
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE Starten en opwarmen van een koude motor ........5-1 Starten van een warme motor ............5-2 Wegrijden ..................5-2 Sneller en langzamer rijden .............. 5-3 Remmen .................... 5-3 Tips voor een zuinig brandstofverbruik ..........5-4 Inrijden van de motor ................ 5-4 Parkeren ....................
G EBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE DAU00372 DAU01118 3. Start de motor door de startknop in te drukken of de kickstarter omlaag te WAARSCHUWING trappen terwijl u de voor- of achterrem Zorg dat u volkomen vertrouwd bekrachtigt. bent met alle bedieningsfuncties en PUSH hun werking voordat u gaat rijden.
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE 5. Zet de choke uit zodra de motor warm DAU01258 Starten van een warme motor Volg dezelfde procedure als bij starten van OPMERKING: een koude motor, alleen is het gebruik van De motor is warm wanneer hij normaal rea- de choke niet nodig als de motor warm is.
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE Spoorwegovergangen, tramrails, ij- zeren platen gebruikt in de wegen- bouw en putdeksels worden in natte toestand zeer glad. U dient deze obstakels daarom met aange- paste snelheid te naderen en voor- zichtig te passeren. Onthoud dat remmen op een nat wegdek veel moeilijker is.
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE DAU03093 DAU00436 150–500 km Tips voor een zuinig Inrijden van de motor Rijd niet langdurig met de gasgreep meer brandstofverbruik De periode tussen de 0 en 1.000 km is de dan halverwege open gedraaid. belangrijkste periode in de levensduur van Het brandstofverbruik is vooral afhankelijk de motor.
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE DAU00461 Parkeren Zet om te parkeren de motor af en neem dan de sleutel uit het contactslot. DW000058 WAARSCHUWING De motor en het uitlaatsysteem kunnen zeer heet worden, parkeer dus op een plek waar voetgangers of kinderen niet gemakkelijk met deze onderdelen in aanraking kun- nen komen.
Pagina 41
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES Periodiek smeer- en onderhoudsschema ....6-2 Afstellen van de Autolube pomp ....... 6-15 Stroomlijn- en framepanelen verwijderen en Controleren en smeren van de kabels ....6-16 aanbrengen ............6-5 Smeren van voor- en achterremhendels ... 6-16 Controleren van de bougie ........6-6 Controleren en smeren van de middenbok ..
P ERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU00462 DAU03453 DAU00466 De eigenaar is verplicht de optimale veilig- WAARSCHUWING heid te waarborgen. Door periodiek inspec- Deze scooter is uitsluitend ontworpen ties, afstellingen en smeerbeurten uit te voor gebruik op verharde wegen. Wan- laten voeren, zorgt u ervoor dat uw machi- neer deze scooter wordt gebruikt in een ne in zo veilig en efficiënt mogelijke conditie...
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU03686 Periodiek smeer- en onderhoudsschema OPMERKING: De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onder- houdsbeurt op kilometerbasis wordt verricht. Herhaal de intervalperioden vanaf 30.000 km, te beginnen bij 6.000 km. Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uitgevoerd door een Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal ge- reedschap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn.
Pagina 44
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES KILOMETERSTAND (× 1.000 km) JAARLIJKSE ONDERDEEL INSPECTIE- OF ONDERHOUDSBEURT CONTROLE • Controleren op correcte profieldiepte en op schade. • Zo nodig vervangen. √ √ √ √ √ Banden • Bandspanning controleren. • Zo nodig corrigeren. √...
Pagina 45
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU03541* OPMERKING: Het luchtfilter dient vaker te worden gecontroleerd wanneer u in een extreem vochtige of stoffige omgeving rijdt. Hydraulisch remsysteem • Controleer regelmatig het remvloeistofniveau en vul zo nodig bij. • Ververs de remvloeistof elke twee jaar. •...
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES ZAUM0270 ZAUM0271 ZAUM0272 1. Stroomlijnpaneel A 1. Schroeven 1. Paneel A 2. Paneel A 2. Schroef DAU00482 Stroomlijnpaneel A DAU03810 DAUM0084 Stroomlijn- en framepanelen Paneel A Verwijderen van stroomlijnpaneel Verwijderen van het paneel Verwijder de schroeven en neem het verwijderen en aanbrengen 1.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU01651 Controleren van de bougie Aanhaalmoment: Bougie: De bougie is een belangrijk motoronderdeel 20 Nm (2,0 m·kgf) dat periodiek moet worden gecontroleerd, bij voorkeur door een Yamaha dealer. Om- dat bougies door verhitting en neerslag al- OPMERKING: tijd langzaam slijten, moet de bougie Als er geen momentsleutel voorhanden is...
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 2. Zet de scooter op de middenbok. DWA00062 3. Plaats een oliecarter onder het car- WAARSCHUWING danhuis om de gebruikte olie op te Zorg ervoor dat geen verontreini- vangen. gingen het cardanhuis kunnen bin- 4. Verwijder de olievuldop en de aftap- nendringen.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU01808* DC000080 Koelvloeistof LET OP: Als er geen koelvloeistof voorhan- Controleren van het koelvloeistofniveau den is, gebruik in plaats daarvan 1. Plaats de scooter op een vlakke on- dan gedistilleerd water of zacht lei- dergrond en houd hem verticaal. dingwater.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 5. Breng het stroomlijnpaneel aan. OPMERKING: Als de motor oververhit raakt, staan op pagina 6-24 nadere instructies vermeld. ZAUM0275 ZAUM0276 1. Schroeven 1. Luchtfilterelement 2. Trek het luchtfilterelement naar buiten, DAUM0071 Reinigen van het reinig het in oplosmiddel en wring dan luchtfilterelement het achtergebleven oplosmiddel uit.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DC000082 DAU00631 Afstellen van de carburateur LET OP: De carburateur vormt een belangrijk onder- Controleer of het luchtfilterelement deel van de motor en moet zeer precies correct in het luchtfilterhuis is ge- worden afgesteld. Laat daarom alle carbu- plaatst.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DW000082 WAARSCHUWING De bandspanning moet worden ge- controleerd en afgesteld terwijl de banden koud zijn (wanneer de tem- peratuur van de banden gelijk is aan de omgevingstemperatuur). De bandspanning moet worden aangepast aan de rijsnelheid en het ZAUM0051 ZAUM0053 totale gewicht van rijder, passagier,...
Pagina 53
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DW000077 Bandeninformatie Deze scooter is uitgerust met tubeless ban- WAARSCHUWING den. De aanwezigheid van bagage is van gro- CE-10D te invloed op het weggedrag, de rem- en VOOR rij-eigenschappen en de veiligheid van Merk Maat Model uw scooter, neem dus de volgende voor- PIRELLI...
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU03773 Gietwielen Let ten aanzien van de voorgeschreven banden op het volgende voor een optimale prestatie, levensduur en veilige werking van uw scooter. Controleer de velgen voor iedere rit op scheurtjes, verbuiging of kromtrekken. Laat ingeval van schade het wiel door een Yamaha dealer vervangen.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES ZAUM0277 ZAUM0278 ZAUM0280 a. Remblokdikte a. Remblokdikte 1. Minimumniveau remvloeistof DAU00717 DAU00732 Controleren van de remblokken Controleren van het voor- en achter remvloeistofniveau De remblokken in de voor- en achterrem Bij onvoldoende remvloeistof kan lucht in moeten worden gecontroleerd op slijtage het remsysteem binnendringen waardoor volgens de intervalperioden voorgeschre-...
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES Neem de volgende voorzorgsmaatregelen Remvloeistof kan gelakte of kunststof DAUM0008* Verversen van remvloeistof in acht: onderdelen aantasten. Veeg gemor- Vraag een Yamaha dealer de remvloeistof Zorg bij het controleren van het rem- ste remvloeistof steeds direct af. te verversen volgens de intervalperioden vloeistofniveau dat de bovenzijde van Naarmate de remblokken afslijten, zal...
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU02962 Controleren en smeren van de kabels De werking van alle bedieningskabels en de conditie van de kabels moeten vóór ie- dere rit worden gecontroleerd. De kabels en de kabeleinden dienen zo nodig te wor- den gesmeerd.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU02939 Controleren van de voorvork De conditie en de werking van de voorvork moeten als volgt te worden gecontroleerd op de aangegeven tijden in het periodieke smeer- en onderhoudsschema. Controleren van de conditie DW000115 WAARSCHUWING ZAUM0296 ZAUM0297 Ondersteun de scooter goed, zodat deze...
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 2. Houd de voorvorkpoten beet bij het ondereinde en probeer ze naar voren en achteren te bewegen. Als speling kan worden gevoeld, vraag dan een UPPER Yamaha dealer het stuursysteem te LOWER testen. DAU01144 Controleren van wiellagers De voor- en achterwiellagers moeten wor- ZAUM0281 ZAUM0106...
Pagina 60
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 4. Als de elektrolyt bij of beneden de Accu’s produceren het explosieve Om de accu op te bergen merkstreep voor minimumniveau waterstofgas. Houd daarom von- 1. Verwijder de accu als de scooter niet staat, vul dan gedistilleerd water bij tot ken, open vuur, sigaretten e.d.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DC000103 LET OP: Gebruik geen zekering met een hoger ampèrage dan is voorgeschreven, om ernstige schade aan het elektrisch sys- teem en mogelijk brandgevaar te vermij- den. 3. Draai de sleutel in “ ” en schakel alle elektrische circuits uit om te zien ZAUM0282 ZAUM0283...
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 5. Breng een nieuwe koplampgloeilamp aan en zet deze dan vast met de gloei- lamphouder. 6. Sluit de koplampstekker aan en breng de stroomlijnpaneel A aan. DC000105 LET OP: Raak het glas van de koplampgloeilamp niet aan zodat dit vetvrij blijft, anders ZAUM0284 kan de doorzichtigheid van het glas, de...
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU03087 Storingzoeken Yamaha scooters ondergaan een grondige inspectie voordat ze vanaf de fabriek op transport gaan, maar tijdens gebruik kun- nen toch storingen optreden. Problemen in de brandstof-, compressie- of ontstekings- systemen kunnen bijvoorbeeld de oorzaak zijn van slecht starten of een afname in mo- torvermogen.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU03363 Storingzoekschema’s Startproblemen of slechte werking van de motor DW000125 WAARSCHUWING Houd open vuur uit de buurt en rook niet terwijl het brandstofsysteem wordt getest of hieraan wordt gewerkt. CT-1DD 1. Brandstof Er is voldoende Controleer de compressie.
Pagina 65
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES Oververhitte motor DW000070 WAARSCHUWING Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete vloeistof en stoom kan naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor is afgekoeld. Breng na verwijderen van de borgbout voor de koelvloeistofradiatorvuldop een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek, aan over de koelvloeistofradiatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegen de aanslag zodat de nog aanwezige druk kan ontsnappen.
V ERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER DAU03434 Verzorging Alvorens te reinigen Reinigen 1. Dek de uitlaatdemper af met een plas- DCA00011 De open constructie van een scooter maakt tic zak nadat de motor is afgekoeld. LET OP: de fraaie techniek beter zichtbaar, maar de 2.
Pagina 69
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER Gebruik geen bijtende chemische Bij scooters met een kuipruit: ge- Na rijden in regen, aan de kust of op bepe- reinigingsmiddelen op kunststof bruik geen bijtende reinigingsmid- kelde wegen delen. Vermijd het gebruik van doe- delen of harde sponzen, deze Zilte zeelucht en wegenzout waarmee we- ken of sponzen die in contact zijn...
Pagina 70
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER Na reinigen DWA00002 Stalling 1. Droog de scooter met een zeemleren WAARSCHUWING lap of een vochtabsorberende doek. Korte termijn Controleer of er geen olie of was 2. Gebruik een chroompolish om ver- Stal uw scooter steeds op een koele en dro- aanwezig is op de wielen of de rem- chroomde, aluminium en roestvrijsta- ge plek en bescherm zo nodig tegen stof...
Pagina 71
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER Lange termijn c. Breng de bougiedop aan op de 6. Controleer de bandspanning en corri- Alvorens uw scooter gedurende meerdere bougie en leg dan de bougie zoda- geer deze zo nodig en breng dan de maanden aaneen te stallen: nig op de cilinderkop dat de elek- scooter omhoog zodat beide wielen...
Pagina 74
S PECIFICATIES DAU01038 Specificaties CS-01D Model YQ50 Motorolie Afmetingen Type Yamalube 2 of 2-takt injectiesmering Grootste lengte 1.743 mm Aanbevolen klasse motorolie Jaso FC of ISO EG-C, EG-D Grootste breedte 690 mm Inhoud 1,3 L Grootste hoogte 1.170 mm Cardanolie Zadelhoogte 828 mm Type...
Pagina 75
SPECIFICATIES Bougies Achter Fabrikant/model NGK / BR8HS Type Zonder binnenband Elektrodenafstand 0,5–0,7 mm Maat 140/60-13 57L TL Type koppeling Droge automatische Fabrikant/model PIRELLI / SL36 centrifugaalkoppeling PIRELLI / EVO 22 Overbrenging MICHELIN / BOPPER Primair reductie-systeem Schroeftandwiel Maximale belasting* 180 kg Primaire reductie-verhouding 52/13 (4,000) Bandenspanning (gemeten op...
Pagina 76
SPECIFICATIES Remmen Accu Voor Model GM4-3B, YB4L-B, FB4L-B Type Enkele schijfrem Gloeilampen/ capaciteit 12 V / 4 Ah Bediening Rechterhand Type koplamp Gloeilamp Type remvloeistof DOT 3 of DOT 4 Gloeilampen voltage, wattage × aantal Achter 12 V, 35/35 W × 1 Koplamp Type Enkele schijfrem...
Pagina 77
SPECIFICATIES DAU04513 Omrekentabel CS-04D Omrekentabel Alle specificaties in deze handleiding worden vermeld in METRISCH SYSTEEM NAAR AMERIKAANS SYSTEEM Internationale (SI) en in Metrische eenheden. Amerikaanse Metrische eenheid Omrekenfactor eenheid × m·kgf 7,233 ft·lbf Gebruik deze tabel om METRISCHE eenheden om te ×...
G EBRUIKERSINFORMATIE DAU01039 DAU02944 Identificatienummers Noteer het sleutelidentificatienummer, het voertuigidentificatienummer en de mo- delstickerinformatie in onderstaande ruim- tes. Deze nummers heeft u nodig om reserveonderdelen bij een Yamaha dealer te bestellen of wanneer uw machine is ge- stolen. ZAUM0070 ZAUM0287 1.
GEBRUIKERSINFORMATIE ZAUM0295 1. Modelinformatiesticker DAU01278 Modelinformatiesticker De modelinformatiesticker is bevestigd aan de onderzijde van het zadel. (Zie pagina 3-9 voor de werkwijze bij openen van het zadel.) Noteer de informatie op deze sticker in het daartoe bestemde vakje. Deze infor- matie is nodig om reserve-onderdelen te bestellen bij een Yamaha dealer.
Pagina 82
GEBRUIKERSINFORMATIE DAU01052* WE WIJZEN U EROP DAT WIJZIGINGEN AAN DE MOTOR OF AAN HET VERMOGEN VAN DE SCOOTER WETTELIJK VERBODEN ZIJN. WIJZIGINGEN BEDOELD OM DE TOPSNELHEID OF HET MOTORVERMOGEN TE VERHOGEN HEBBEN TOT GEVOLG DAT DE SCOOTER ALS MOTORFIETS WORDT GEKLASSEERD. DE EIGENAAR DIENT DAN: EEN NIEUW TYPE GOEDKEURING AAN TE VRAGEN EEN MOTORFIETSKENTEKEN AAN TE VRAGEN...
Pagina 84
YAMAHA MOTOR CO., LTD. PRINTED IN FRANCE 2002.07...