81
Eigenschappen
van
voedsel
en
koken in de
magnetron
Roeren
Roeren is een
van
de
belangrijkste
technieken
tijdens
het koken in de
magnetron.
Bij
gewoon
koken,
roert
u om
het voedsel
te
mengen.
Bij
het koken in de
magnetron
dient het
roeren
echter
om
de
warmte te
verspreiden
en
te
herverdelen. Roer steeds
van
de buitenkant
naar
het
midden,
aangezien
de buitenkant
van
het voedsel het
eerst
warm
wordt.
Omkeren
Groot,
hoog
voedsel,
bijvoorbeeld gebraad
of
een
hele
kip,
moet
worden
omgekeerd
zodat
de boven-
en
de onderkant
gelijkmatig
kunnen koken. Het verdient ook
aanbeveling
stukken
kip
of
vleeslapjes
om
te
keren.
Dikkere stukken
aan
de buitenkant
plaatsen
Aangezien microgolven
worden
aangetrokken
door de buitenkant
van
het
voedsel,
is het
aangewezen dikkere stukken
vlees,
gevogelte
en
vis
aan
de buitenste rand
van
de
bakschotel
te
plaatsen. Op
die manier vangen de dikkere stukken het
meeste
microgolfenergie
op
en
kan het voedsel
gelijkmatig
koken.
Afschermen
U kunt
strookjes
aluminiumfolie
(die
de
microgolven tegenhouden) aanbrengen
aan
de
hoeken of randen
van
rechthoekig
voedsel
om
te
voorkomen dat deze
te
hard worden
gekookt.
Gebruik nooit
te
veel folie
en
zorg
ervoor
dat de folie vastzit
aan
de
schotel,
om
'vonkoverslag'
in de
oven
te
voorkomen.
Hoger plaatsen
Dik of
compact
voedsel kan
hoger
worden
geplaatst,
zodat de
microgolven
kunnen worden
geabsorbeerd
door de onderkant
en
het midden
van
het voedsel.
Doorprikken
Etenswaren die in
een
schaal,
schil of vlies zitten barsten
makkelijk
open in de
oven
als
u ze
niet vooraf
doorprikt.
Voorbeelden hiervan
zijn
eierdooiers
en
eiwit,
mosselen
en
oesters
en
hele stukken
groenten
en
fruit.
Controleren of het voedsel gaar is
Voedsel wordt
zo
snel gaar in
een
magnetronoven
dat
u
het
regelmatig
moet
controleren.
Bepaalde
etenswaren
blijven
in de
magnetron
tot
ze
volledig
gaar
zijn,
maar
de
meeste
etenswaren,
bijvoorbeeld
vlees
en
gevogelte,
worden uit de
oven
gehaald terwijl
ze
nog niet
helemaal gaar
zijn
en
koken verder
gedurende
de
'standtijd'.
De
inwendige
temperatuur
van
het voedsel zal
tijdens
de
standtijd stijgen
met
5˚F
(3˚C)
tot
15˚F
(8˚C).
Standtijd
Vaak
moeten etenswaren
nadat
u ze
uit de
oven
hebt
gehaald
nog
3 tot 10
minuten
blijven
staan.
Gewoonlijk
wordt het voedsel
gedurende
deze
standtijd afgedekt
om
de
warmte te
bewaren,
tenzij
het voedsel
moet
drogen (cakes
en
koekjes, bijvoorbeeld).
Door het voedsel
nog
even
te
laten
staan,
wordt het
gelijkmatig gekookt
en
krijgt
het
zijn
volle smaak.
Uw
oven
reinigen
1. Houd de
binnenkant
van
de
oven
schoon
Spatten
van
etenswaren
of
gemorste
vloeistof koeken
vast
aan
de ovenwanden
en
tussen
de
afdichting
en
het
deuroppervlak.
U
veegt gemorst
voedsel het best
onmiddellijk
weg
met
een
vochtige
doek. Kruimels
en
spatten
slorpen
microgolfenergie
op
en
verlengen
de
kooktijd. Veeg
kruimels die
tussen
de
deur
en
het frame vallen weg
met
een
vochtige
doek. Het is
belangrijk
dat
u
dit
deel schoon houdt
met
het oog op
een
goede afdichting
van
de
oven.
Verwijder
vetspatten
met
een
in
zeepwater
gedrenkte
doek. Daarna
afspoelen
en
laten
drogen.
Gebruik geen
agressieve
schoonmaakmiddelen of
schuurmiddelen. Het
glazen draaiplateau
mag worden
afgewassen
met
de
hand of in de vaatwasmachine.
2. Houd de
buitenkant
van
de
oven
schoon
Reinig
de buitenkant
van uw oven
met
zeepwater.
Spoel
de
oven
af
met
zuiver
water
en
droog
hem af
met
een
zachte doek of
keukenpapier.
Om schade
aan
de werkende delen binnen in de
oven
te
voorkomen,
moet
u
vermijden
dat het
water
door de
ventilatieopeningen
naar
binnen
sijpelt.
Om het
bedieningspaneel
te
reinigen,
opent
u
de deur
om
te
voorkomen dat de
oven
per
ongeluk
start
en
veegt
u
het
paneel
eerst met
een
vochtige
en
meteen
daarna
met
een
droge
doek schoon. Druk
na
het
reinigen
op de STOP/CLEAR-
toets.
3.
Als de ovendeur
aan
de binnenkant of
aan
de buitenkant
beslaat, veegt
u
de
deurpanelen
schoon
met
een
zachte doek. Dit kan
gebeuren
wanneer
de
magnetronoven
wordt
gebruikt bij hoge vochtigheid
en
duidt
geenszins
op
een
defect.
4.
Houd de deur
en
de
deurafdichtingen
schoon. Gebruik alleen
warm
water met
zeep.
Vervolgens goed afspoelen
en
afdrogen.
GEBRUIK GEEN
SCHUURMIDDELEN,
ZOALS REINIGINGSPOEDER OF STALEN EN PLASTIC
SCHUURSPONSJES. Metalen delen
zijn makkelijker
te
onderhouden als
u ze
regelmatig schoonveegt
met
een
vochtige
doek.
NL