Oplossingen vinden
Fenomenen die gemakkelijk voor machinedefecten aangezien kunnen worden (vervolg)
Fenomeen
Er komt geen
geluid uit.
Er worden
geen beelden
weergegeven.
Videoschermweergave
staat stil.
Kleuren hebben
vervaagd
voorkomen of
de kleurtoon is
zwak.
(Vervolgd op volgende pagina)
62
Gevallen die geen machinedefecten betreffen
De signaalkabels zijn niet op de juiste wijze aangesloten.
Sluit de audiokabels op de juiste wijze aan.
De MUTE-functie werkt.
Herstel het geluid door op de MUTE- of de VOLUME+/-
-knop op de afstandsbediening te drukken.
Het volume is ingesteld op een uiterst laag niveau.
Stel het volume in op een hoger niveau met behulp van
de menufunctie of de afstandsbediening.
De AUDIOBRON/LUIDSPREKER-instelling is niet juist.
Stel de AUDIOBRON/LUIDSPREKER-instelling juist in in
het menu AUDIO.
De signaalkabels zijn niet op de juiste wijze aangesloten.
Sluit de verbindingskabels op de correcte wijze aan.
De helderheid is ingesteld op een uiterst laag niveau.
Stel HELDER in op een hoger niveau met de menu-functie.
De computer kan de de projector niet detecteren als
een plug-en-play-monitor.
Controleer of de computer een plug-en-play-monitor kan
detecteren door met een andere plug-en-play-monitor te
testen.
Het BLANK scherm wordt weergegeven.
Druk op de BLANK-knop op het bedieningspaneel of de
afstandsbediening.
De BEVRIES-functie is ingeschakeld.
Druk op de knop FREEZE om het scherm weer naar
normaal te herstellen.
De kleurinstellingen staan niet juist ingesteld.
Voer beeldaanpassingen uit bij de instellingen
KLEURTEMP., KLEUR, TINT en/of KLEURVARIATIE
met behulp van de menufuncties.
De KLEURVARIATIE-instelling is niet geschikt.
Wijzig de KLEURVARIATIE-instelling naar AUTO, RGB,
SMPTE240, REC709 of REC601.
Referentiebladzijde
9
14
14
36
9
26
10
21
21
27, 31
31