•
Klik op De printer die ik wil gebruiken, staat niet in de lijst
en ga als volgt te werk in het venster Printer toevoegen:
a
Selecteer Een printer met behulp van een IP-adres of
hostnaam toevoegen en klik op Volgende.
b
Selecteer TCP/IP-apparaat in het veld Apparaattype.
c
Typ in het veld Hostnaam of IP-adres het IP-adres van
de printer en klik op Volgende.
Opmerkingen:
–
Controleer het IP-adres van de printer op het
startscherm van de printer. Het IP-adres bestaat
uit vier sets met cijfers gescheiden door punten,
bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
–
Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze
tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct
kan worden geladen.
d
Selecteer een printerstuurprogramma en klik op
Volgende.
e
Selecteer Het momenteel geïnstalleerde
stuurprogramma gebruiken (aanbevolen) en klik op
Volgende.
f
Typ een printernaam en klik op Volgende.
g
Klik op Voltooien.
Voor Macintosh-gebruikers
1
Open Printers en scanners.
2
Klik op Printer, Scanner of Fax toevoegen en selecteer
vervolgens een printer.
3
Selecteer een printerstuurprogramma in het menu Printer
toevoegen.
Opmerkingen:
•
Als u de Macintosh-printerstuurprogramma wilt
gebruiken, selecteert u AirPrint of Secure AirPrint.
•
Als u aangepaste afdrukfuncties wilt, selecteert u het
stuurprogramma van de fabrikant. Zie
printersoftware installeren' op pagina 9
installeren van het stuurprogramma.
4
Voeg de printer toe.
Printer aansluiten op een Wi-Fi-
netwerk
Controleer het volgende voor u begint:
•
Actieve adapter is ingesteld op Automatisch. Navigeer op het
bedieningspaneel naar Instellingen > Netwerk/poorten >
Netwerkoverzicht > Actieve adapter.
•
De Ethernet-kabel is niet aangesloten op de printer.
1
Ga vanaf het bedieningspaneel naar Instellingen >
Netwerkpoorten > Draadloos > Instellen op het
bedieningspaneel van de printer > Selecteer Netwerk.
2
Selecteer een Wi-Fi-netwerk en typ vervolgens het
netwerkwachtwoord.
Opmerking: Bij printers met ingebouwde Wi-Fi-functionaliteit
wordt tijdens de eerste configuratie een melding getoond
voor het instellen van het Wi-Fi-netwerk.
Wi‑Fi Direct configureren
Wi-Fi Direct maakt het mogelijk voor Wi-Fi-apparaten om
rechtstreeks verbinding te maken met elkaar zonder een
toegangspunt (draadloze router) te gebruiken.
1
Ga vanaf het bedieningspaneel naar Instellingen >
Netwerk/poorten > Wi-Fi Direct.
2
Configureer de instellingen.
•
Wi-Fi Direct inschakelen: hiermee kan de printer een
eigen Wi-Fi Direct-netwerk uitzenden.
•
Wi-Fi Direct-naam: hiermee geeft u het Wi-Fi Direct-
netwerk een naam.
•
Wachtwoord voor Wi-Fi Direct: hiermee maakt u het
wachtwoord aan voor de draadloze beveiliging wanneer u
de peer-to-peer-verbinding gebruikt.
•
Wachtwoord weergeven op pagina Instellingen: hiermee
'De
wordt het wachtwoord weergegeven op de Pagina
voor het
Netwerkinstellingen.
•
Nummer van het voorkeurskanaal: hier kunt u het
voorkeurskanaal voor het Wi-Fi Direct-netwerk toewijzen.
•
IP-adres van groepseigenaar: hier kunt u het IP-adres van
de groepseigenaar toewijzen.
•
Drukknopverzoeken automatisch accepteren: hiermee
worden verbindingsverzoeken automatisch geaccepteerd
door de printer.
Opmerking: Het automatisch accepteren van
drukknopverzoeken is niet beveiligd.
10
Opmerkingen:
•
Het Wi-Fi Direct-netwerkwachtwoord is standaard niet
zichtbaar op het display van de printer. Schakel het
pictogram Wachtwoordweergave in om het wachtwoord
weer te geven. Ga vanaf het bedieningspaneel naar
Instellingen > Beveiliging > Overige >
Wachtwoord/Pincode weergeven.
•
Als u het wachtwoord van het Wi-Fi Direct-netwerk wilt
weten zonder het op het printerdisplay weer te geven, kunt
u de Pagina Netwerkinstellingen afdrukken. Ga vanaf het
bedieningspaneel naar Instellingen > Rapporten > Netwerk
> Pagina Netwerkinstellingen.
De printer aansluiten op een computer
Controleer voordat u uw computer verbindt of Wi-Fi Direct is
'Wi ‑ Fi Direct configureren' op pagina 10
geconfigureerd. Zie
meer informatie.
Voor Windows-gebruikers
1
Open Printers en scanners en klik vervolgens op Een printer
of scanner toevoegen.
2
Klik op Wi-Fi Direct-printers weergeven en selecteer de naam
van de Wi-Fi Direct-printer.
3
Op het beeldscherm van de printer ziet u de achtcijferige
pincode van de printer.
4
Voer de pincode in op de computer.
Opmerking: Als het printerstuurprogramma nog niet is
geïnstalleerd, downloadt Windows het juiste stuurprogramma.
Voor Macintosh-gebruikers
1
Klik op het pictogram Draadloos en selecteer de naam van de
Wi-Fi Direct-printer.
Opmerking: De tekenreeks DIRECT-xy (waarbij x en y twee
willekeurige tekens zijn) wordt toegevoegd vóór de Wi-Fi
Direct-naam.
2
Voer het wachtwoord voor Wi-Fi Direct in.
Opmerking: Schakel uw computer terug naar het vorige
netwerk nadat u de verbinding met het Wi-Fi Direct-netwerk
hebt verbroken.
voor