INSTALLATEUR INSTELLING
138
Algemeen - Waterdebiet regeling
Deze instelling bepaalt hoe de geïntegreerde watercirculatiepomp wordt geregeld.
Selecteer de gewenste methode om de pomp te regelen en stel indien nodig de doelwaarde in.
- Pompcapaciteit: De pomp werkt met de ingestelde capaciteit (10~100 %)
- Constant waterdebiet: De waterpomp wordt automatisch geregeld om het ingestelde debiet te
- Vaste ΔT: Stel de gewenste ΔT in (*ΔT = temperatuurverschil tussen inlaat- en
uitlaatwatertemperatuur). De waterpomp wordt automatisch geregeld om de
ingestelde ΔT te handhaven. Voor radiatoren is de ΔT gewoonlijk ~10 K, voor
ventilatorconvectoren ~8 K en voor vloerverwarmingssystemen ~5 K.
- Optimaal waterdebiet: De waterpomp wordt automatisch geregeld op de optimale
OPMERKING
De stroomsnelheid heeft een sterke invloed op de efficiëntie van het systeem en kan ook
leiden tot fouten (CH 14) en stromingsruis.
De instellingen mogen alleen worden aangepast door professionele gebruikers.
handhaven. Individuele instellingen voor verwarmen, koelen en
Sanitairwater verwarming zijn mogelijk.
stroomsnelheid die nodig is op basis van de huidige
temperatuurinstellingen.
Doel ΔT
10 °C
8 °C
5 °C
45 °C
50 °C
(40 °C)
(42 °C)
Opmerking: In de koelmodus is doel ΔT vastgesteld op 5 K.
55 °C
60 °C
60 °C
(47 °C)
(55 °C)
(60 °C)
Instelpunt Verwarming
(warmwatertoevoer)