6. Houd de aan-uitknop ingedrukt terwijl de stekker van de computer uit het stopcontact is verwijderd om de systeemkaart te aarden.
OPMERKING:
Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met een aardingspolsbandje of door
regelmatig zowel een ongeverfd metalen oppervlak als een connector aan de achterkant van de computer
tegelijkertijd aan te raken.
Uw computer uitschakelen
Nadat u aan de computer heeft gewerkt
Nadat u de onderdelen hebt vervangen of teruggeplaatst, moet u controleren of u alle externe apparaten, kaarten, kabels etc. hebt
aangesloten voordat u de computer inschakelt.
1. Sluit alle telefoon- of netwerkkabels aan op uw computer.
WAARSCHUWING:
in de computer.
2. Sluit uw computer en alle aangesloten apparaten aan op het stopcontact.
3. Schakel de computer in.
4. Controleer of de computer goed functioneert door de diagnostische tool uit te voeren.
6
Aan de computer werken
Steek voor het aansluiten van een netwerkkabel de kabel eerst in het netwerkapparaat en daarna