Richtlijnen voor de geheugenmodule
Neem voor maximale prestaties van de computer de volgende richtlijnen in acht bij het configureren van het systeemgeheugen.
•
Geheugenmodules van verschillende uitvoeringen kunnen worden gecombineerd (bijvoorbeeld 2 GB en 4 GB), maar alle bezette
kanalen moeten identiek geconfigureerd zijn.
•
Geheugenmodules moeten worden geïnstalleerd vanaf de eerste houder.
OPMERKING:
De geheugenhouders in de computer kunnen anders gelabeld zijn, afhankelijk van de hardware-
configuratie. Bijvoorbeeld A1, A2, of 1,2,3.
•
Als geheugenmodules met vier ranks gecombineerd worden met geheugenmodules met één of twee ranks, moeten de modules met
vier ranks geplaatst worden in de houder met de witte ontgrendelingshendel.
•
Als er geheugenmodules met verschillende snelheden geïnstalleerd worden, functioneren ze op de snelheid van de geïnstalleerde
geheugenmodules met de laagste snelheid.
PSU-vergrendeling (voeding)
De PSU-vergrendeling voorkomt de verwijdering van de PSU uit het chassis.
OPMERKING:
Zorg er bij het vergrendelen of ontgrendelen van de voeding altijd voor dat de plaat van het chassis is
verwijderd. Voor informatie over het verwijderen van de luchttunnel (indien beschikbaar) gaat u naar het hoofdstuk De
luchttunnel (indien beschikbaar) verwijderen.
Verwijder de schroef van de ontgrendelschroeflocatie en draai de schroef vast op de vergrendellocatie als u de voeding wilt bevestigen. Zo
verwijdert u ook de schroef uit de vergrendelschroeflocatie en draait u de schroef vast op de ontgrendelschroeflocatie als u de voeding
wilt ontgrendelen.
Extra informatie
Extra informatie
3
31