4
8. Sluit de behuizing van de controller.
9. Schakel de voeding van het alarmsysteem in.
10. Start de identificatie procedure in het alarmsysteem.
De ACU-250 controller zal worden geïdentificeerd als een ACU-100, en deze naam zal
tevens automatisch toegewezen worden door het alarmsysteem.
5. Programmering van de controller
Programmering van de controller kan via de volgende methodes worden uitgevoerd:
• via het LCD bediendeel in de service mode:
– INTEGRA / INTEGRA Plus – de controller programmering functies azijn beschikbaar in
het
I
NSTELLINGEN
I
NSTELLINGEN
weergegeven. Gebruik de en toetsen om de controllernaam op te zoeken en druk
op de
toets om toegang te krijgen tot alle functies. Om de controllernaam te
programmeren dient u het N
U
ITBREIDINGEN
– VERSA – de meeste parameters kunnen geprogrammeerd worden in het
2. I
NSTELLINGEN
binnen gaan in het submenu zal een lijst worden weergegeven. Gebruik de en
toetsen om de controllernaam op te zoeken en druk op de
stap" programmering uit te voeren. De functies om de synchronisatie te starten en om
de Test mode aan/uit te zetten zijn beschikbaar in het 3. D
(2. H
ARDWARE
• via het D
X programma:
LOAD
– INTEGRA / INTEGRA Plus – in het "Structuur" scherm, "Hardware" tabblad na het
klikken op de controllernaam in de lijst met apparaten (Fig. 3);
– VERSA – in het "Versa – Structuur" scherm, "Hardware" tabblad na het klikken op
de controllernaam.
5.1
Parameters, opties en functies
Naam – individuele naam van het apparaat (tot 16 karakters).
Sabotage in blok – het blok waarin het sabotagealarm zal worden geactiveerd in geval van
een module sabotage.
Geen auto reset na drie module sabotagealarmen – het is mogelijk om het aantal module
sabotagealarmen te beperken tot drie (deze optie voorkomt dat dezelfde gebeurtenis te
veel wordt herhaald en zo voorkomt dat het geheugen vol loopt).
Communicatie periode – de controller communiceert met de draadloze apparaten op
specifieke tijd intervallen. Gedurende deze periode zal de controller informatie vergaren
over de status van de apparaten en indien nodig, commando's versturen naar
de apparaten,
activeren/deactiveren van de test mode en configuratie wijzigingen van de apparaten.
De communicatieperiode kan 12, 24 of 36 seconden bedragen. Hoe minder communicatie
er tussen de controller en de draadloze apparaten is, des temeer draadloze apparaten
kunnen in elkaars bereik samenwerken. Het maximale aantal apparaten voor 12s is 150,
voor 24s - 300, en voor 36s - 450. Buiten de communicatieperiode zal informatie over
sabotage's direct worden verzonden en activeringen van detectoren alleen als deze zich in
de actieve status bevinden. De communicatieperiode heeft effect op niveau van het
submenu
). Voor het binnen gaan in het submenu zal een lijst worden
AMEN
N
).
AMEN
submenu (2. H
1. B
&
DL
UITBR
bijv.
de
detector
ACU-250
(S
TRUCTUUR
submenu te gebruiken(S
1. B
&
ARDWARE
DL
. 3. D
RAADLOZE MOD
schakelen
naar
H
U
ARDWARE
TRUCTUUR
. 2. I
UITBR
NSTELLINGEN
toets om de "stap voor
RAADLOZE MOD
.).
de
actieve/passieve
SATEL
ITBREIDINGEN
H
ARDWARE
). Voor het
. submenu
status,