aan. Alle ventilatievoorschriften moeten in acht genomen
worden.
De gasaansluiting moet via een vaste, niet-flexibele
■
aansluiting (gasleiding) of via een veiligheidsslang worden
gerealiseerd.
Indien een veiligheidsslang wordt gebruikt, moet er beslist op
■
gelet worden dat de slang niet vastgeklemd of geknikt wordt.
De slang mag niet met hete oppervlakken in aanraking
komen.
De gasleiding (gasleiding of veiligheidsslang) kan zowel aan
■
de linker- als aan de rechterzijde van het apparaat worden
aangesloten. De aansluiting moet over een gemakkelijk
toegankelijke afsluitingsvoorziening beschikken.
Storingen aan de gasinstallatie/ gaslucht
Wanneer u merkt dat het naar gas ruikt of storingen aan de
gasinstallatie vaststelt, dient u het volgende te doen.
direct de gastoevoer of het ventiel van de gasfles sluiten
■
direct open vuur en sigaretten doven
■
elektrische apparaten uitschakelen ook lampen
■
ramen openen en de ruimte goed luchten
■
telefonisch contact opnemen met de klantenservice of de
■
elektriciteitsmaatschappij.
Apparaat aan de gasleiding of aan de
deurgreep verschuiven
Verschuif het apparaat niet door aan de gasleiding te trekken;
de gasleiding kan beschadigd raken. Gevaar voor een gaslek!
Verschuif het apparaat niet door aan de deurgreep te trekken.
Deurscharnieren en deurgreep kunnen beschadigd raken.
Elektrische aansluiting
Attentie!
Laat het apparaat door een servicedienst plaatsen. Voor de
■
aansluiting is een zekering van 16 A nodig. Het apparaat is
geschikt voor een netspanning van 220-240 V.
Wanneer de netspanning afneemt tot minder dan 180 V,
■
functioneert het elektrische ontstekingssysteem niet meer.
Wordt het apparaat verkeerd aangesloten, vervalt bij schade
■
de garantieclaim.
Als de aansluitkabel beschadigd raakt, moet deze door de
■
fabrikant, door de servicedienst of door een erkende monteur
worden vervangen.
Voor de servicedienst
Attentie!
Het apparaat moet overeenkomstig de specificaties op het
■
typeplaatje worden aangesloten.
Sluit het toestel alleen op een elektrische aansluiting aan die
■
voldoet aan de geldende bepalingen. De contactdoos moet
goed toegankelijk zijn om het apparaat indien nodig van het
lichtnet te kunnen scheiden.
Er moet een meerpolige scheidingsinrichting aangebracht
■
zijn.
Gebruik nooit een verlengkabel of meervoudige stekker.
■
Om veiligheidsredenen mag dit apparaat alleen op een
■
geaarde aansluiting worden aangesloten, Wanneer de
randaarde-aansluiting niet aan de voorwaarden voldoet, is de
bescherming tegen elektrische gevaren niet gegarandeerd.
Voor de aansluiting van het apparaat moet een kabel van het
■
type H 05 W-F of gelijkwaardig worden gebruikt.
Fornuis met de waterpas horizontaal plaatsen
Zet het fornuis direct op de vloer.
Ovenlade eruit trekken en er naar boven uittillen.
1.
Aan de onderkant bevinden zich binnenin voor en achter
stelvoeten.
De stelvoeten zo nodig met een zeskantsleutel omhoog of
2.
omlaag draaien, tot het fornuis waterpas staat (Afbeelding A).
Ovenlade weer inschuiven (Afbeelding B).
3.
Bevestiging aan de wand
Om te voorkomen dat het fornuis kantelt, dient u het met de
meegeleverde haak aan de wand te bevestigen. Neem het
montagevoorschrift voor bevestiging aan de wand in acht.
Plaatsen van het apparaat
Het apparaat moet volgens de opgegeven maten worden
■
geplaatst en direct op het vloeroppervlak van uw keuken. Het
apparaat mag niet boven op wat voor object dan ook worden
geplaatst.
Voor de afstand tussen de bovenkant van het fornuis en de
■
onderzijde van de afzuigkap moet u zich houden aan de
instructies van de fabrikant van de afzuigkap.
Let erop dat het apparaat na de plaatsing niet meer wordt
■
verschoven. De afstand tussen de extra krachtige brander of
wokbrander met aangrenzende keukenmeubels resp. de
muur moet minstens 50 mm bedragen.
Maatregelen tijdens het transport
Bevestig alle beweegbare onderdelen in en op het apparaat
met plakband, dat zonder sporen verwijderd kan worden.
Schuif alle toebehoren (bijv. de bakplaat) met een dunne strook
karton aan beide zijden in de vakken om beschadiging van het
apparaat te voorkomen. Leg karton of iets dergelijks tussen de
voorzijde van de bakplaat en de achterzijde van de deur om te
voorkomen dat de bakplaat tegen de binnenzijde van de glazen
deur stoot. Bevestig de deur en, indien aanwezig, de bovenste
afdekking met plakband aan de zijden van het apparaat.
Bewaar de originele verpakking van het apparaat. Transporteer
het apparaat alleen in de originele verpakking. Let op de
transportpijlen op de verpakking.
37