Inhoudsopgave
Advertenties
3 .9.3 Kamertemperatuurvoeler afstemmen
i
Instelling is alleen mogelijk bij kamertemperatuurrege-
ling.
De afstemming van de voeler verandert de temperatuur-
aanduiding van de afstandsbediening. De waarde kan
maximaal ± 3°C in stappen van 0,1°C worden gecorri-
geerd.
Breng een geschikt (geijkt) precisiemeetinstrument zo
aan dat het de omgevingstemperatuur van de kamer-
temperatuurvoeler goed meet, maar geen warmte aan
het instrument wordt afgegeven.
Voorkom gedurende minstens een uur voor de af-
stemming beïnvloeding van warmtebronnen (zonlicht,
lichaamswarmte enz.) op de kamertemperatuurvoeler.
Lees onmiddellijk de ''juiste'' kamertemperatuur af op
het precisiemeetinstrument en noteer deze.
Selecteer in het menu INSTELLINGEN met
menuoptie GELIJK WW.
Druk zo vaak op
weergegeven en bevestig met
Stel de gewenste afstemming van de kamertempera-
tuurvoeler in met
3.9.4 Buitentemperatuur waarbij de verwarming
wordt uitgeschakeld
De instelling is alleen mogelijk bij een weersafhanke-
i
lijke regeling (met buitentemperatuurvoeler aan OTM
1).
Basisinstelling: 99°C. Dat wil zeggen dat de functie in
feite uitgeschakeld is en de installatie bij elke buitentem-
peratuur in bedrijf kan worden gesteld.
Selecteer in het menu INSTELLINGEN met
menuoptie GELIJK WW.
Druk zo vaak op
weergegeven en bevestig met
Stel de gewenste waarde voor WAR CVUITSCH in
met
/
en bevestig met
i
De warmwaterfunctie wordt niet beïnvloed.
3.9.5 Functie voor warmwaterprogramma
instellen
Deze instelling is alleen beschikbaar als een boiler
zonder eigen temperatuurregelaar (met NTC-voeler) op
de ketel is aangesloten.
WATER niet wordt weergegeven, is over het algemeen
de functie WW TIJD GEST actief.
Als de menuoptie WARM WATER wordt weergegeven,
kan het opwarmen van de boiler met WW TIJD GEST of
WW TIJD TEMP worden bestuurd.
WW TIJD GEST: alleen gedurende deze tijd wordt
de boiler verwarmd op de temperatuur die op de
temperatuurregelaar
WW TIJD TEMP: er kunnen maximaal 32 verschil-
lende tijdstippen met de bijbehorende warmwatertem-
peratuur worden ingesteld, zie hoofdstuk 3.7.2 op blz.
21.
/
tot CONT TEMPAFST wordt
.
/
en bevestig met
.
/
tot WAR CVUITSCH wordt
.
.
Als de menuoptie WARM
op de ketel is ingesteld.
3.9.3 Ajustage de la sonde de température ambiante
i
L'ajustage n'est possible qu'avec une régulation de
température ambiante.
L'ajustage de la sonde modifie l'affichage de température
de la télécommande.
maximum ± 3°C par étapes de 0,1°C.
Introduire un instrument de mesure approprié (éta-
lonné) de façon qu'il mesure correctement la tempé-
rature ambiante de la sonde, sans que l'instrument
même soit chauffé.
Eviter
pendant
mesurage, d'influences par des sources de chaleur
(rayonnement solaire, chaleur du corps etc.) sur la
sonde ambiante.
Lire immédiatement la température ambiante ''exacte''
de l'instrument de mesure et notez-la.
de
Sélecter dans le menu REGLAGE avec
ECS INSTANT.
Appuyer
plusieurs
COMPENSATION soit affiché et confirmer avec
Programmer l'ajustage souhaité de la sonde ambiante
avec
/
et confirmer avec
3.9.4 Température extérieure à laquelle le chauffage
est coupé
Le réglage n'est possible qu'avec une régulation cli-
i
matique (avec sonde de température extérieure OTM
1).
Réglage de base: 99°C. C'est-à-dire que la fonction est
en fait déclenchée et l'installation peut être mise en
service avec n'importe quelle température extérieure.
de
Sélecter dans le menu REGLAGE avec
ECS INSTANT.
Appuyer plusieurs fois
CHAUFF soit affiché et confirmer avec
Programmer
la
CHAUFF avec
i
Le fonctionnement eau chaude n'est pas influencé.
3.9.5 Programmer la fonction pour programme eau
chaude
Cette fonction n'est disponible que quand un boiler sans
régulateur de température (avec sonde CTN) est raccordé
à la chaudière.
Si l'option ECS n'est pas affichée, la
fonction ECS PROG est en général active.
Si l'option ECS est affichée, le chauffage du boiler peut
être commandé avec ECS PROG ou avec ECS
PROG/TEMP.
ECS PROG: le boiler n'est chauffé que pendant cette
période à la température choisie au sélecteur de
température
ECS PROG/TEMP: maximum 32 périodes différentes
avec
leurs
températures
pondantes, peuvent être sélectionnées, voir chapitre
3.7.2 à la page 21.
24
La valeur peut être corrigée de
minimum
une
heure
fois
/
jusqu'à
.
/
jusqu'à ce que ARRET
valeur
souhaitée
/
et confirmer avec
de la chaudière.
d'eau
chaude corres-
avant
le
l'option
ce
que
.
l'option
.
pour
ARRET
.
Advertenties
Inhoudsopgave
