3.4 Oplossen van problemen
Diagnose
In geval van storingen of problemen in de werking gaat het display knipperen en wordt de identificatiecode van de sto-
ring weergegeven.
Storingen (die met een "F" worden aangeduid) zorgen voor tijdelijke blokkeringen die automatisch worden opgeheven
wanneer de waarde weer binnen het normale werkingsbereik van de verwarmingsketel komt.
Als tevens de tekst RESET verschijnt, moet de gebruiker de werking van de ketel resetten door op de RESET-toets (6
- fig. 1) te drukken. Op die manier wordt de ontstekingscyclus herhaald.
Tabella. 5 - Lijst van storingen
Storing-
Storing
scode
A01
Brander is niet ontstoken
Vlamsignaal aanwezig met
A02
brander uit
Interventie oververhitting-
A03
sbescherming
A04
Interventie veiligheidsinri-
chting rookafvoer
Geen vlam na ontsteking (6
A06
keer in 4 min.)
F07
Temperatuur rook te hoog
F10
Storing instroomsensor 1
F11
Storing retoursensor
F14
Storing instroomsensor 2
Voedingsspanning lager
F34
dan 170V
F35
Netfrequentie wijkt af
50
Mogelijke oorzaak
Geen gas
Storing detectie-/ontstekingse-
lektrode
Gasklep defect
Gasdruk onvoldoende
Sifon verstopt
Storing in elektrode
Storing in kaart
Verwarmingssensor beschadigd
Geen watercirculatie in de instal-
latie
Lucht aanwezig in de installatie
Storing F07 driemaal opgetre-
den in de afgelopen 24 uur
Storing ionisatie-elektrode
Instabiele vlam
Storing Offset gasklep
Lucht-/rookkanalen verstopt
Sifon verstopt
Schoorsteen gedeeltelijke ver-
stopt of onvoldoende
Positie rooksensor
Sensor beschadigd
Kortsluiting in bedrading
Bedrading onderbroken
Sensor beschadigd
Kortsluiting in bedrading
Bedrading onderbroken
Sensor beschadigd
Kortsluiting in bedrading
Bedrading onderbroken
Problemen met het elektriciteit-
snet
Problemen met het elektriciteit-
snet
cod. 3540H720 - 05/2007
OPTIMAX 25 C
Oplossing
Controleer of de gastoevoer naar de ketel normaal is
en de leidingen ontlucht zijn
Controleer de bedrading van de elektrode en of deze
correct geïnstalleerd is zonder afzettingen
Controleer en vervang de gasklep
Controleer de gasdruk
Controleer en reinig de sifon
Controleer de bedrading van de ionisatie-elektrode
Controleer de kaart
Controleer of de verwarmingssensor correct geplaatst
is en werkt
Controleer de circulatiepomp
Ontlucht de installatie
Zie storing F07
Controleer de positie van de ionisatie-elektrode en ver-
vang deze eventueel
Controleer de brander
Controleer de offset-kalibratie op minimaal vermogen
Verwijder de verstopping uit de schoorsteen, de roo-
kafvoer- en luchttoevoerkanalen en de terminals
Controleer en reinig eventueel de sifon
Controleer de efficiëntie van de schoorsteen, van de
rookafvoerkanalen en van de uitgangsterminal
Controleer de correcte plaatsing en werking van de
rooksensor
Controleer de bedrading of vervang de sensor
Controleer de bedrading of vervang de sensor
Controleer de bedrading of vervang de sensor
Controleer de elektrische installatie
Controleer de elektrische installatie
NL