4. Voorbereiding vóór het meten
4.1 Automatische aan-
schakeling/Zelfdiagnosetest
Automatische aanschakeling
►Als men de probes kortsluit, zoals hieronder,
schakelt het toestel automatisch aan en be-
gint het aan een zelfdiagnosetest.
Het toestel kan aanschakelen:
* als men de meetpunten vervangt of
* omwille van de elektrostatische invloed.
Zelfdiagnosetest
WAARSCHUWING
Gebruik het toestel niet als men iets onre-
gelmatigs vaststelt tijdens de zelf-
diagnosetest.
►De batterijspanning is normaal als de Aan/Uit
LED oplicht.
Is de spanning lager dan 2.4±0.1V,
dan knippert of dooft de Aan/Uit LED.
Vervang de batterijen (zie punt 7).
►De LEDs, uitgezonderd de Aan/Uit LED,
moeten knipperen en de buzzer moet een
continu signaal geven.
Automatische uitschakeling
►Het toestel schakelt automatisch uit na on-
geveer 15 sec. non-activiteit van de probes.
(De Aan/Uit LED dooft)
Het kan dat de automatische uitschakeling niet
functioneert:
* als men de meetpunten vervangt of
* in de nabijheid van een groot elektromag-
netisch veld.
4.2 Probleemverhelping
Als men de volgende symptomen bemerkt:
open dan het batterijcompartiment (zie punt 7) en
sluit het opnieuw 5 sec. later.
Doe vervolgens de zelfdiagnosetest (punt 4.1).
* Een zelfdiagnosetest is niet mogelijk vóór of na
gebruik van het toestel;
* De automatische uitschakelfunctie is niet
werkzaam;
5. Handige constructie
De gebruiker kan de lengte en de diameter van
de meetpunt afstellen, evenals de afstand tussen
de meetpunten.
WAARSCHUWING
Verwijder de probes uit het circuit als men de
probekapjes vervangt of de afstand tussen
de probes verandert.
5.1
Vervangen
van
de
probekap-
jes/-punten
►Ga als volgt tewerk om de kapjes of 4mm
punten op de probes L1 – en L2 + te plaat-
sen.
Schroef
Schroef
►Schroef de probekapjes of 4mm unten stevig
vast.
5.2 Afstand tussen de twee probes
►De afstand tussen de 2 meetpunten kan 16.7mm
of 19.0mm zijn als men de L1 – probe 180
graden draait en ze in de haken van de L2 +
probe schuift.
16.7mm
19mm
6. Meting
WAARSCHUWING
Lees eveneens punt 2.
Alvorens een meting te beginnen, eerst de
zelfdiagnosetest uitvoeren en controleren of
de LEDs en de buzzer correct werken.
Controleer de correcte werking op een
gekende bron en dit zowel vóór als na ge-
bruik.
Houd tijdens het meten de handen achter
de beschermingen die hiertoe op de probes
voorzien is.
Omwille van de hoge interne weerstand
(circa 300k ), kunnen de capacitieve en
inductieve spanningen weergegeven wor-
den.
6.1 Spanningstest
(Tweepolige test)
►Verbind de twee probes met het te testen
object.
►De spanning wordt aangeduid via LEDs en
LCD (enkel 1710)..
De buzzer wordt geactiveerd als de drempel-
spanning van de 50V LED overschreden wordt.
De LED voor circuit onder spanning licht op:
> 0.3V AC
> 7V DC
►De polariteit wordt als volgt weergegeven:
AC
+DC
-DC
OPMERKING
Dit instrument kan metingen doen tussen L-PE
zonder dat de verliesstroomschakelaars af-
schakelen.
Als de L2 + probe de positieve (negatieve)
spanning is, dan geeft de LED voor po-
lariteitaanduiding "+DC"
("-DC") weer.
De L/R LED kan oplichten.
6.2
Tweepolige test zonder batterijen
WAARSCHUWING
De controle of het circuit onder spanning is
mag niet enkel afhankelijk zijn van een
tweepolige test zonder batterijen, maar ook
van de test MET BATTERIJEN. (Zie punt 6.1).
Enkel de LED voor circuit onder spanning licht op
bij het uitvoeren van een tweepolige test
zonder batterijen.
De LED knippert: AC/DCV > circa 40V
Knipperfrequentie: ON 0.2s / OFF 3s max
(40...100V)
ON 0.2s / OFF 0.3s max (100...690V)
6.3 Eenpolige fasetest
WAARSCHUWING
Behandel de L1 probe voorzichtig als u ze
niet gebruikt.
De test kan niet volledig optimaal uitge-
voerd worden als de gebruiker of de te testen
apparatuur
onvoldoende
geïsoleerd
De controle of het circuit onder spanning is
mag niet enkel afhankelijk zijn van deze
enkelpolige fasetest maar eveneens van de
tweepolige test.
(Zie punt 6.1.)
►Neem het instrument stevig vast en verbind de
L2 + probe met het te testen object.
►De LED voor circuit onder spanning licht op en
de buzzer wordt geactiveerd als er een spanning
van ongeveer 100V AC of meer aanwezig is in
het te testen object. (Pol≥100VAC)
is.