NEDERLANDS
Probleem
De temperatuur in het appa‐
raat is te laag/te hoog.
De temperatuur in het appa‐
raat is te laag/te hoog.
De temperatuur in het appa‐
raat is te laag/te hoog.
De temperatuur in het appa‐
raat is te laag/te hoog.
De temperatuur in het appa‐
raat is te laag/te hoog.
De temperatuur in het appa‐
raat is te laag/te hoog.
De temperatuur in het appa‐
raat is te laag/te hoog.
De temperatuur in het appa‐
raat is te laag/te hoog.
DEMO op het display.
Er verschijnt een
-symbool in plaats van ge‐
tallen op het temperatuurdis‐
play.
Bel, wanneer het advies niet tot
resultaten leidt, de
dichtstbijzijnde servicedienst voor
dit merk.
Het lampje vervangen
Het apparaat is uitgerust met een
ledbinnenlampje dat een lange levensduur
heeft.
Mogelijke oorzaak
De temperatuur is niet cor‐
rect ingesteld.
De deur is niet goed geslo‐
ten.
De temperatuur van de voe‐
dingsproducten is te hoog.
Er worden veel voedingspro‐
ducten in een keer opgebor‐
gen.
De deur werd vaak geopend.
De Snelvriezen-functie is in‐
geschakeld.
De Boodschappen-functie is
ingeschakeld.
Er wordt geen koude lucht
gecirculeerd in het apparaat.
Het apparaat staat in demon‐
stratiemodus.
Storing van de temperatuur‐
of
of
sensor.
Stel een hogere/lagere tem‐
peratuur in.
Zie de sectie 'De deur sluiten'.
Laat de voedingsproducten
afkoelen tot kamertempera‐
tuur voordat u ze opbergt.
Berg minder voedingspro‐
ducten in een keer op.
Open de deur alleen als dat
nodig is.
Zie de rubriek over 'Snelvrie‐
zen-functie'.
Zie de rubriek over 'Bood‐
schappen-functie'.
Zorg ervoor dat er koude
lucht in het apparaat circu‐
leert. Zie 'Nuttige aanwijzin‐
gen en tips'.
Houd de OK -toets ongeveer
10 seconden ingedrukt tot
een lang geluid klinkt en het
display even uitschakelt.
Neem contact op met de
dichtstbijzijnde klantenservi‐
ce. (Het koelsysteem blijft de
voedingsproducten koelen,
maar de temperatuurinstel‐
ling kan niet worden gewij‐
zigd).
Alleen een onderhoudsmonteur mag de
verlichting vervangen. Neem contact op met
de klantenservice.
De deur sluiten
1. Maak de afdichtingen van de deur
schoon.
2. Stel de deur, indien nodig, af. Raadpleeg
de instructies voor het monteren.
60
Oplossing