11.
SERVICE & ONDERHOUD
11.1
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING: Servicewerkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door hiervoor
WAARSCHUWING: Vóór u begint: lees de veiligheidsaanwijzingen.
11.2
Het toestel reinigen
U kunt de buitenkant van het toestel schoonmaken met een vochtige doek en een
huishoudschoonmaakmiddel. Gebruik geen oplosmiddelen.
LET OP: Zorg ervoor dat er geen water in het toestel loopt.
11.3
Periodiek onderhoud
11.3.1 Maandelijks onderhoud
Bij alle toestellen:
Controleer de verwarmingselementen en de ventilatoren op stof en andere vervuiling; zonodig schoon-
•
maken.
•
Controleer dat alle ventilatoren werken.
•
Controleer de uitblaassectie op verontreiniging en/of verstopping; zonodig schoonmaken.
Bij toestellen met waterverwarming:
•
Controleer op waterlekkage; indien dit het geval is het toestel spanningsloos schakelen en het lek
repareren.
•
Controleer of het waterleidingcircuit lucht bevat; zonodig ontluchten.
11.3.2 Jaarlijks onderhoud
•
Voer alle maandelijkse controles uit.
•
Controleer de bekabeling tussen de aansluitdozen in de toestellen en de regeleenheid.
•
Controleer de omkasting, de ophang- of bevestigingsconstructie, en de borging van elk toestel.
•
Controleer of de ventilatoren goed bevestigd zijn en niet aanlopen; zo nodig opnieuw vastzetten.
(
1.0)
NL
V
technisch gekwalificeerd personeel.
Pagina | 17