S88-2
2. Werking
De s88-booster verkleint de kans op storingen die bij de dataoverdracht tussen s88-
terugmeldmoduels en ontvanger (centrale, PC via het interface of memory) kunnen optreden.
Storingen worden veroorzaakt door vreemde elektrische impulsen zoals b.v.:
schakelimpulsen voor wissels of
digitale signalen in parallel aan de leiding lopende dataleidingen.
Deze storingen beïnvloeden de dataoverdracht en leiden tot foutmeldingen bij de ontvanger.
Standaard wordt de s88-bus gebruikt met een spanning van 5V. Hierdoor kunnen
stoorspanningen van slechts 2,5 V tot fouten leiden tijdens de dataoverdracht. Hoe langer de
s88-dataleidingen, des te hoger is de storingsgevoeligheid.
De s88-booster wordt tussen ontvanger en de s88-module(s) geplaatst en verhoogt de
spanning van de s88-bus naar 12 V. Hierdoor hebben de stoorspanningen van minder dan 6V
geen invloed meer op de dataoverdracht in de s88-bus. De meeste in de handel te verkrijgen
s88-terugfmeldmodules (b.v. van Littfinsky, Märklin, Viessmann, Tams) zijn ook voor de
verhoogde spanning geschikt.
Let op:
!
Voordat u de s88-booster in uw modelspoorbaan inbouwt moet u controleren of de
gebruikte s88-terugmeldmodules geschikt zijn voor een bedrijfsspanning van 12 V en
daarmee geschikt zijn voor gebruik met de s88-booster. U kunt dit vaststellen door te
controleren welke types IC er gebruikt worden in de terugmelders.
Modules met ICs waarvan het typenummer begint met "74": deze modules zijn niet geschikt
voor gebruik met de s88-booster. Bij een verhoging van de spanning naar 12V door de s88-
booster worden deze modules onherstelbaar beschadigd.
Modules met ICs waarvan de cijfers "4014" en "4044" in het typenummer voorkomen: deze
modules zijn geschikt voor gebruik met de s88-booster.
6 | Werking
tams elektronik