NEDERLANDS
Probleem
Deur gaat moeilijk open.
De verlichting werkt niet.
De verlichting werkt niet.
Er is te veel bevroren rijp en
ijs.
Er is te veel bevroren rijp en
ijs.
Er is te veel bevroren rijp en
ijs.
Er is te veel bevroren rijp en
ijs.
Er is te veel bevroren rijp en
ijs.
Er is te veel bevroren rijp en
ijs.
Er stroomt water over de
achterwand van de koelkast.
Er condenseert teveel water
op de achterwand van de
koelkast.
Er condenseert teveel water
op de achterwand van de
koelkast.
Er condenseert teveel water
op de achterwand van de
koelkast.
Mogelijke oorzaak
Je probeerde de deur direct
nadat je die sloot opnieuw te
openen.
De stand-bystand van de ver‐
lichting is ingeschakeld.
De lamp is defect.
De deur is niet goed geslo‐
ten.
Het deurrubber is vervormd
of vuil.
De voedingsproducten is niet
goed verpakt.
De temperatuur is verkeerd
ingesteld.
Apparaat is volledig geladen
en is ingesteld op de laagste
temperatuur.
De ingestelde temperatuur in
het apparaat is te laag en de
omgevingstemperatuur is te
hoog.
Tijdens automatisch ontdooi‐
en smelt rijp op de achter‐
wand.
De deur werd te vaak geo‐
pend.
De deur is niet volledig geslo‐
ten.
Het bewaarde voedsel was
niet ingepakt.
Oplossing
Wacht even met de deur ope‐
nen nadat u die hebt geslo‐
ten.
Sluit en open de deur.
Neem contact op met de
dichtstbijzijnde klantenservi‐
ce.
Zie de sectie 'De deur sluiten'.
Zie de sectie 'De deur sluiten'.
Verpak de voedingsproduc‐
ten beter.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Be‐
dieningspaneel'.
Stel een hogere temperatuur
in. Raadpleeg het hoofdstuk
'Bedieningspaneel'.
Stel een hogere temperatuur
in. Raadpleeg het hoofdstuk
"Bedieningspaneel" en het
hoofdstuk "Locatie".
Dit is correct.
Open de deur alleen als het
nodig is.
Zorg ervoor dat de deur vol‐
ledig gesloten is.
Verpak voedsel in geschikt
materiaal voordat je het in
het apparaat plaatst.
51