(waarschuwingsdriehoek in een cirkel). Door aantippen
kunnen nog actieve meldingen opnieuw worden weerge-
geven.
In het menu „Installatiestatus" van de bedieningsmodus
Installateur worden uitgevallen sensoren door desbetref-
fende symbolen „==] [==" (kabelbreuk) resp. „==x=="
(kortsluiting) weergegeven.
Meldingen waarbij een waarschuwingssignaal te
horen is, schakelen tegelijkertijd een potentiaalvrije
alarmuitgang „ALARM" van de M&R-groep in.
Menu "Meldingen" oproepen
Hieronder worden de instellingsmogelijkheden nader
toegelicht:
1. Naar het "INSTALLATEURMENU" omschakelen.
2. Menupunt "Melding" selecteren.
3. Betreffende melding selecteren.
4. Met "overige" naar het volgende menu gaan.
6.8.2 Statusmeldingen
„Vloerdroging", „Vorstbeveiliging" of „Onderhoud". Bij de
melding „Onderhoud" wordt bijvoorbeeld weergegeven:
• „Brandervermogen": Weergave van het actuele bran-
dervermogen resp. „Uit", indien de functie niet actief is.
• „Restloop": Weergave restlooptijd van de brander in
seconden resp. „0 s", indien de brander niet actief is.
6.8.3 Waarschuwingsmeldingen
In deze paragraaf worden, aan de hand van het voorbeeld
van de melding „Te hoge temp. voorraadvat", de weerga-
ve- en instelmogelijkheden van de waarschuwingsmeldin-
gen beschreven:
SOLVIS BAL-SBSX-3-I-NL · Technische wijzigingen voorbehouden · 32446-3a
• „Aantal meldingen": Aantal reeds opgetreden meldin-
gen.
• „Waarschuwingsgeluid": Hier kan worden ingesteld of
bij optreden van de melding tevens een akoestisch sig-
naal dient te weerklinken.
• „Max. voorraadvattemp. S1": Indien aan S1 95 °C wordt
overschreden, dan worden alle warmtegeneratoren (ke-
tels, laadpompen, elektrische bijverwarming enz.) uitge-
schakeld en wordt de waarschuwing "Te hoge tempera-
tuur" weergegeven. Dit betreft geen normale toestand,
maar een verkeerde werking. Deze omstandigheid dient
naar mogelijkheid nooit op te treden.
• „Hysterese": De melding valt weg (en de warmtegenera-
toren kunnen zich weer inschakelen), zodra de tempera-
tuur aan het voorraadvat onder 95 °C - 3 K = 92 °C daalt.
In een ander venster worden de opgetreden meldingen in
een lijst weergegeven.
6.8.4 Storingsmeldingen
In deze paragraaf worden, aan de hand van het voorbeeld
van de melding "Branderstoring", de weergave- en instel-
lingsmogelijkheden van de storingsmeldingen beschreven:
• „Aantal storingen": Aantal reeds opgetreden storingen.
• „Waarschuwingsgeluid": Hier kan worden ingesteld of
bij optreden van de melding tevens een akoestisch sig-
naal dient te weerklinken.
• „Storing ontgrendelen": Teneinde de installatie na het
verhelpen van een storing weer in bedrijf te stellen moet
deze button worden bediend.
In een ander venster worden de opgetreden storingen in
een lijst weergegeven.
6 Instellingen
49