Gebruik van deze handleiding Deze handleiding is van toepassing voor het zonneverwar- SolvisMax Futur en Solo mingssysteem SolvisMax, dat in meerdere varianten ver- De bovenstaande verwijzing geeft aan of voor de verschil- krijgbaar is, zie onderstaande tabel lende producten afwijkende uitvoeringskenmerken of aan- wijzingen bij de bediening beschikbaar zijn.
4.1 Toevoegen van nieuwe installatieonderdelen ..........28 4.2 Toevoegen van de overschotfunctie van het zonnesysteem (niet voor SolvisMax warmtepomp)... 28 5 Instellingen .
Pagina 4
5.5.3 Systeeminformatie ............46 5.5.4 Overschot zonnesyteem (niet voor SolvisMax warmtepomp)....... 46 5.6 Ingangen .
L 38. Bovendien is een overzicht van de functies beschikbaar in het hoofdstuk „Beschrijving van de werking van de Solvis Control” in de handleiding voor de gebrui- ker van de installatie, L 30. 1.1 Bediening van de SolvisControl Op deze pagina willen wij u vertrouwd maken met de fundamentele bedie- ningselementen van de regeling.
Toepassingsmogelijkheden: • Aanvoervoeler mengcircuit: maakt de besturing van een tweede gemengde verwarmingscircuit met de SolvisControl mogelijk (een aanvoervoeler behoort tot de leveringsomvang van de SolvisMax). • Circulatievoeler: maakt de besturing van de warmwatercirculatie met de SolvisControl mogelijk. • Vervanging voor de boilervoeler in de kabelboom van de voeler.
De ketellaadpomp kan zowel tijd- als temperatuurge- stuurd geregeld worden. • Als „externe ketels” gelden alle ketels die niet door Solvis worden aange- boden. Dit kunnen zowel vastebrandstofketels als gas- of olieketels zijn. De ketellaadpomp van de ketel van ander fabrikaat kan zowel tijd- als tempera- tuurgestuurd geregeld worden.
: op uitgang A13. 2.3 Speciale functie: oost-/west-dak (OW) De speciale functie oost-/west-dak is bij de SÖ-BW Pur- en de SL-syste- SolvisMax Öl BW Pur, SolvisMax Solo men niet mogelijk. alle andere systemen Tweede collectorvoeler 1. De collectorvoeler van het tweede collectorveld aansluiten op ingang S16 SolvisMax warmtepomp : S7 van de M&R-groep.
2 Vóór de inbedrijfstelling 2.4 Overschotfunctie zonnesysteem: verwarming van zwembad/ pool of kelder (niet voor SolvisMax warmtepomp) Functieomschrijving Met behulp van de overschotfunctie van het zonnesysteem kan (vanaf soft- wareversie V121) in geval van sterke zonnestraling overtollige warmte worden gebruikt voor: •...
In acht nemen van voorschriften: Bij de installatie dient u te werk te gaan zoals beschreven in deze handlei- ding. Solvis kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade of gevolg- schade die door het niet in acht nemen van deze handleiding ontstaat.
3. Hoofd- Indien nodig de noodschakelaar van de verwarming inschakelen. schakelaar De SolvisMax met behulp van de hoofdschakelaar inschakelen (afbeelding links). 4. Initialisering Bij de eerste inschakeling wordt de initialisering automatisch opgeroepen. De op de display weergegeven vragen dient u stap voor stap en overeenkom- stig de in het installatieschema van de L 38 vermelde gegevens te doorlopen om het systeem in te stellen.
3 Eerste inbedrijfstelling 3.4 Kalibrering van het touchscreen Bij de kalibrering wordt het touchscreen aangepast. Als onnauwkeurigheden Verw. Terug optreden, kan het touchscreen door de kalibrering opnieuw worden afgesteld. Hiervoor dient u als volgt te werk te gaan: Water Tijd / datum Basisinstellingen laden Circula.
: „– – – –” (niet in gebruik). –– SolvisMax warmtepomp :”– – – –” (niet in gebruik). SolvisMax Gas, SolvisMax Gas Pur Brandervermogen instellen Een beperking van het brandervermogen vindt uitsluitend tijdens verwarmings- bedrijf plaats, tijdens warmwaterbedrijf wordt te allen tijde met het volledige brandervermogen gewerkt.
3 Eerste inbedrijfstelling SolvisMax Öl-BW / Öl-BW-Pur Br. trap 2 De regeling controleert of de temperatuur van de voeler aan S4 („Verw.buffer boven”) met meer dan 3 K („Brander 2 start”) onder de aangevraagde tempe- ratuur ligt. Als dit het geval is, wordt de tweede brandertrap uitgeschakeld tot S4 weer overeenkomt met de aangevraagde temperatuur.
Het instellen van de CO -waarden van de brander dient uitgevoerd te worden SolvisMax Gas / Öl BW / Öl NT overeenkomstig de montagehandleiding van het desbetreffende systeem. De inbedrijfstelling met behulp van de montagehandleiding van het desbetreffende systeem voortzetten.
3 Eerste inbedrijfstelling 3.9 Flow (debiet) van het aardwarmtecircuit Schade aan de warmtepomp mogelijk! De minimale flow (debiet) SolvisMax warmtepomp moet aan de aardwarmtepomp (analoge uitgang O1) ingesteld worden! Bovendien dient u er zorg voor te dragen dat geen luchtbellen in de warmtepomp aanwezig zijn.
3 Eerste inbedrijfstelling 3.9.2 Aardwarmtevoeler afstellen Voor de correcte werking van installaties met warmtepompen moeten de aardwarmtevoelers S14 en S15 nauwkeurig afgesteld worden. Dit betekent dat de voelerwaarden bij een uitgeschakelde compressor en een ingeschakel- de aardwarmtepomp na een looptijd van minimaal 5 minuten gelijk moeten zijn.
Pagina 20
3 Eerste inbedrijfstelling INGANGEN 4. „Aardwarmte-AV 14” selecteren. Terug Aardwarmte- AV 14 10 Buitentemperatuur Aardwarmte- RT 15 11 Circulatie ––– 16 12 Aanvoer VC1 Overige 13 Aanvoer VC2 5. De sensorcorrectie dient zodanig ingesteld te worden dat de gemiddelde INGANG S14 waarde uit de stap „Voelerwaarden middelen”...
3 Eerste inbedrijfstelling 3.10 Basisinstelling verwarming, water en eventueel circulatie In dit hoofdstuk worden uitsluitend de meest noodzakelijke instellingen toegelicht. Voor een nauwkeurig overzicht, zie hoofdstuk „Instellin- gen” op pagina 29. 3.10.1 Verwarming Voor ieder aangesloten verwarmingscircuit moeten de instellingen overeen- INSTALLATEUR MENU Verw.
Pagina 22
Omschakelen naar het menu „VERWARMING>VERW.CIRC. 1 4/11” om de maximale en de minimale aanvoertemperaturen in te stellen. • „Max. aanvoertemperatuur” van het gemengde verwarmingscircuit op de VERWARMING>VERW.CIRC. 1 4/11 SolvisMax warmtepomp benodigde waarde instellen. : niet hoger instellen Max. aanvoertemperatuur 70°C...
Pagina 23
3 Eerste inbedrijfstelling Omschakelen naar het menu „VERWARMING>VERW.CIRC. 1 8/11”. Aan de linkerkant wordt de invloed van de buitentemperatuur als uitschakel- VERWARMING>VERW.CIRC. 1 8/11 voorwaarde tijdens dagbedrijf (zomer-/winteromschakeling) weergegeven. als buitentemp. in het dagbedrijf hoger dan Indien u niet wilt dat het verwarmingscircuit tijdens de zomermaanden uitge- max.
Hiervoor dient u als volgt te werk te gaan: WATER 1. De toets „Aanvraag” selecteren. Aanvraag Gereedheid Aftappen* WHM* SolvisMax warmtepomp * uitsluitend 2. De „Gew. waarde” voor de gewenste warmwatertemperatuur invoeren. WARMWATER>AANVRAAG 1/2 SolvisMax warmtepomp : niet hoger instellen dan 45 °C. Regelstatus Gew.
3 Eerste inbedrijfstelling 3.10.3 Circulatie Als een warmwatercirculatie geïnstalleerd is, dient u de circulatie (bedrijfsmo- dus en eventueel het tijdvenster) tijdens de instructie en in samenwerking met de gebruiker van de installatie in de bedieningsmodus voor specialisten in te stellen ( hoofdstuk „Circulatie”, bediening door de gebruiker van de instal- latie, L 30).
Impulsfrequentie instellen Voor de registratie van de opbrengsten van het zonnesysteem is een flow- meter benodigd. Af fabriek is de regeling voor het gebruik van de Solvis flow- meter (FLM-S, art.nr.: 09499, a.u.b. extra bestellen) voorbereid. Bij door de klant ter beschikking gestelde flowmeters hoofdstuk „Warmtehoeveelheid”...
3 Eerste inbedrijfstelling 3.12 Plausibiliteitscontrole Een overzicht van de sensoren en actoren vindt u in „SolvisMax – installatieschema’s”, L 38. 3.12.1 Controle van de ingangen OVERIG. 1. Terugkeren naar „INSTALLATEUR MENU”. Geheugenkaart Initialisering Systeem info Telfunctie 2. Het register „Overig.” selecteren.
Anders dient u „geen” (sensor) te selecteren. 4.2 Toevoegen van de overschotfunctie van het zonnesysteem (niet voor SolvisMax warmtepomp) De overschotfunctie van het zonnesysteem is automatisch geïnstalleerd als de regeling met de softwareversie V116 of een actuelere versie uitgerust is.
5 Instellingen 5 Instellingen Navigeren in de menu’s In de bedieningsmodus voor de installateur wordt links en rechts op de display Register een register met de negen menupunten van het hoofdmenu weergegeven. Om naar een ander hoofdmenu om te schakelen drukt u op het desbetreffende register. INSTALLATEUR MENU Verw.
Pagina 31
30°C Duur van een trap Maximale aanl.temperatuur 55°C Max. temp. houden voor Aantal trappen opwarm. Verhoging temp./trap 5.0K SolvisMax Gas en Gas Pur SolvisMax Futur en Solo Aantal trappen afkoel. VERWARMING>MODULATIE VERWARMING>VENTILATORTOERENTAL Verlaging temp./trap 5.0K Modul. T min Min. vermogen 40°C...
„Bedrijfsmodi”, handleiding voor de gebruiker van de installa- tie, L 30. • „Warmwatervoorrang”: In de stand „Alt” worden de groepspompen cyclisch SolvisMax warmtepomp en met instelbare looptijden (zie hieronder) in- en uitgeschakeld, om zo- doende de warmtevoorziening van de verwarmingscircuits bij de aanvraag VERWARMING>VERW.CIRC.
Pagina 33
„Min. aanvoertemperatuur” / • „Max. aanvoertemperatuur” van het gemengde verwarmingscircuit op de „Max. aanvoertemperatuur” SolvisMax warmtepomp benodigde waarde instellen. : niet hoger instel- len dan 54 °C. VERWARMING>VERW.CIRC. 1 4/11 •...
Pagina 34
5 Instellingen Gemiddelde waarde van de buitentemperatuur De buitentemperatuur wordt gemeten door de buitenvoeler aan de buitenwand VERWARMING>VERW.CIRC. 1 6/11 van het huis. Deze meetwaarde wordt over een periode van 30 minuten be- Buitentemp. ACT. 12°C paald om schommelingen van de temperatuur te verminderen. Buitentemp.
Het brandervermogen voor het verwarmen van de verwarmingsbuffer SolvisMax Gas en Gas Pur kan bij de SolvisMax Gas en de SolvisMax Gas Pur worden ingesteld. Om energie te besparen verdient het aanbeveling om hiervan gebruik te maken. Het maximale vermogen dient hiervoor overeenkomstig de warmteberekening ingesteld te worden.
Pagina 36
5 Instellingen SolvisMax Futur en Solo Bij externe gasketels met modulerende brander moet de analoge uitgang O1 nauwkeurig op de waarden van de fabrikant van de ketel worden ingesteld. Hiervoor dient u om te schakelen naar het menu: „VERWARMING>MODULATIE” • „Modul. T min”, „Modul. T max”: invoer van de te regelen ketelaanvoer- VERWARMING>MODULATIE...
= 2. Temp. houden Aantal trap- Aantal Max. temp.. * Uitsluitend bij: pen opwarm. trappen SolvisMax warmtepomp , hier afkoel. elektrisch verwarmingselement (winterbedrijf) of „WP+EV” in gecom- bineerd bedrijf instellen. In gecombi- Min. temp. neerd bedrijf kan de warmtebron on- der omstandigheden bevriezen.
• „Buffer dT stop”: einde van de naverwarming van de warmwaterbuffer, mits de 100% temperatuur aan voeler S1 groter is dan „Gew. waarde” plus „Buffer dT stop”. SolvisMax Gas/Gas Pur SolvisMax Futur/Solo • „Naverw.vermogen”: bij ketels met modulerende branders kan het naverwar- * Afhankelijk van het systeem kunnen mingsvermogen worden begrensd om energie te besparen.
5 Instellingen 5.2.3 Aftappen SolvisMax warmtepomp • „Uitschakelvertr. VC”: als gedurende meer dan 60 seconden warmwater WARMWATER>AFTAPPEN wordt afgetapt, wordt de groepspomp geblokkeerd, zodat het volle verwar- mingsvermogen het aftappen van warmwater ten goede komt. Uitschakelvertr. VC 60 s Inschakelvertr. VC 5 min •...
Hysterese WW-bedrijf Vorstbev.verhouding * Afhankelijk van het systeem kunnen de waarden afwijken: : 4 K ΔT-regeling tussen S5 en S6 SolvisMax warmtepomp : 8 K ΔT-regeling tussen S5 en S3 alle andere systemen L 35-NL – Technische wijzigingen voorbehouden 10.09...
Pagina 41
Voor een beter begrip van de toelichtingen op de regeling van het zonnecircuit zijn de posities van de voelers in de volgende afbeeldingen gemarkeerd. Hier- bij wordt onderscheid gemaakt tussen systemen met geïntegreerde zonne- systeem-warmtewisselaar (systeem SolvisMax en SolvisMax Futur) en syste- men met externe zonnesysteem-warmtewisselaar (systemen SolvisMax Pur en SolvisMax Solo).
* Uitsluitend bij oost-/west-dak : 8 K : 4 K ΔT-regeling tussen S5 en S6 SolvisMax warmtepomp ** Uitsluitend bij SolvisMax Pur of Solo SolvisMax Pur, SolvisMax Solo : 10 K, wordt de zonnecircuitpomp uitge- schakeld. • „Inschakelverschil 2”: temperatuurverschil tussen „Zonne-AV 1” (S15) en SolvisMax Pur en SolvisMax Solo „Boilerreferentie”...
Pagina 43
5 Instellingen Bij deze systemen is de zonnesysteem-warmtewisselaar in de voorraadboiler SolvisMax en SolvisMax Futur geïntegreerd. Dit betekent dat slechts één zonnecircuit aanwezig is. Regelingsmodus „dT” • „Delta T”: ingestelde waarde voor het verschil tussen zonnecircuit-aanvoer en boilerreferentie (S3). Deze waarde is af fabriek ingesteld op 10 K.
5 Instellingen Regelingsmodus „Streef” • „Verhoging verw.bedrijf”: tijdens verwarmings- of vorstbeveiligingsbedrijf ZONNEC.>TOERENTAL PRIM. 4/4 wordt S5 aan de secundaire zijde op de volgende streeftemperatuur gehouden: Afschakeltijd (T AV ) SEC. = (T AVgew ) max + („Verhoging verw.bedrijf”) SEC. Hierbij is (T AV ) SEC. de aanvoertemperatuur in het secundaire zonnecircuit. Verhoging verw.bedrijf Hysterese WW-bedrijf Aan de primaire zijde wordt S15 op de volgende streeftemperatuur gehouden:...
De sensoren aan de ingangen I1 tot I3 kunnen digitaal (slechts twee schakel- toestanden: bijv. aan/uit) of analoog (bijv. 0... 10 V) worden opgevraagd. Deze ingangen zijn alleen bij de SolvisMax warmtepomp bezet, zie volgende paragraaf. In het menu „INGANGEN” de toets „Verder” selecteren tot de twee laatste INGANGEN menupunten „Analoge ingangen”...
UITGANGEN A1 – fabrieksinstelling uitgang A1 (niet wijzigen, a.u.b.): Type Fase Auto SolvisMax : „Fase” Toerental SolvisMax Pur en Solo : „Pakket” Vertraging 0Min – De andere toerentalgeregelde uitgangen beschikken alleen over de aan- sturing „Pakket”. Naloop 0Min • „Type”: dient altijd in de stand „Auto” (automatisch bedrijf) te staan. Om de pomp te testen kan deze ook handmatig in- of uitgeschakeld worden.
5 Instellingen Schakeluitgang De instelmogelijkheden van een schakeluitgang worden in dit voorbeeld aan de hand van uitgang A3 (groepspomp 1) beschreven: UITGANGEN A3 • „Type”: dient altijd in de stand „Auto” (automatisch bedrijf) te staan. Om de Type pomp te testen kan deze ook handmatig in- of uitgeschakeld worden. Auto •...
5.8.2 Speciale meldingen warmtepomp De betekenis van de afzonderlijke meldingen wordt toegelicht in hoofdstuk SolvisMax warmtepomp „Aanvullende meldingen SolvisMax warmtepomp” op pagina 53. Stookgas Weergegeven wordt het aantal storingen. Het waarschuwingssignaal kan wor- MELDING>STOOKGAS 1/2 den uitgeschakeld. De ingestelde temperaturen en hysterese a.u.b. niet wijzi- Aantal storingen gen, aangezien een wijziging tot schade aan de compressor kan leiden.
5 Instellingen Ondersteuning Weergegeven wordt het aantal ondersteuningen. Het waarschuwingssignaal ONDERSTEUNING 1/2 kan worden uitgeschakeld. De ingestelde vertragingstijd (looptijd van de Aantal meldingen warmtepomp tot het elektrische verwarmingselement bij een hoge warmte- Waarsch.toon vraag ter ondersteuning wordt ingeschakeld) kan, afhankelijk van de aanwezi- ge warmtebronnen, worden aangepast.
* Wordt niet weergegeven bij door de klant ter beschikking gestelde ketels. 6.2 Ontgrendelen van een branderstoring (niet SX en SÖ-BW) Bij een branderstoring moet de branderautomaat bij de SolvisMax Öl-NT of de SolvisLino aan de brander worden teruggezet voordat de melding ontgrendeld kan worden.
6 Verhelpen van storingen 6.3 Aanvullende meldingen SolvisMax warmtepomp De werking van de warmtepomp en de warmtebron wordt met behulp van ver- schillende sensoren continu bewaakt. Aanvullend op de in het vorige hoofd- stuk genoemde meldingen kunnen de volgende meldingen weergegeven...
„Stand-by” van de verwarming inschakelen. of in nachtbedrijf. Lokale zekering voor de verwarming controleren. SolvisMax Gas/Öl BW: melding ontgrendelen. SolvisMax Öl NT: afdekkap van de console van de Storingsmelding voorraadboiler verwijderen. De brandende knop op de Ruimtetemperatuur „STORING BRANDER”.
Pagina 55
6 Verhelpen van storingen Stooklijn afstellen De nauwkeurige instelling van de stooklijn (zie hieronder) kan met behulp van de regels in de onderstaande tabel worden uitgevoerd. Om energie te bespa- ren dienen correcties uitsluitend in kleine stappen uitgevoerd te worden. Bij alle correcties is tijd benodigd om deze in werking te laten treden.
Het onderhoud dient overeenkomstig onze voorschriften jaarlijks uitgevoerd te worden. De vereiste onderhoudswerkzaamheden worden in de montage- handleiding van het desbetreffende Solvis-systeem beschreven. 7.2 Inschakelen van de warmtegenerator voor onderhoud Schade aan de installatie mogelijk! Voor het starten van de warmte- SolvisMax warmtepomp pomp dient eerst uitgang O1 (aardwarmtepomp) en na ca.
Pagina 57
7 Onderhoud alle andere systemen Als de schoorsteenveger metingen wenst uit te voeren, kan de brander met behulp van de functie „Schoorsteenveger” in bedrijf worden gesteld. ( hoofdstuk „Schoorsteenveger” in de handlei- ding voor de gebruiker van de installatie, L 30). INSTALLATEUR MENU 1.
8 Bijlage Bijlage 8.1 Overzicht van de softwareversies 8.1.1 M&R-groep Software- Publicatie- Kenmerk / functie versie datum N113 13.09.2007 – Overdracht van de toestanden van de ruimtevoelerleidingen om de telemetrie hierop aan te N114 12.10.2007 kunnen sluiten. N116 16.10.2009 Uitbreiding van de communicatie met de centrale regeling. 8.1.2 SolvisControl 2 Software- Publicatie-...
Protocol: SolvisControl 2 – Gewijzigde parameters, pagina 1/2 Installatiebedrijf Gebruiker van de installatie Bedrijf Ordernr. Naam Naam Straat Straat Postcode/plaats Postcode/plaats Telefoon Telefoon Algemeen Eerste inbedrijfstelling op: Eerste inbedrijfstelling door: Uitvoering voorraadboiler Serienummer/bouwjaar Warmtegenerator: Serienummer/bouwjaar Instelling... Menu- Een- pagi- Menunaam af fa- heid Verw.circ.
Pagina 62
Protocol: SolvisControl 2 – Gewijzigde parameters, pagina 2/2 VERWARMING > VENTILATORTOERENTAL** (alleen SX) VERWARMING > MODULATIE** (alleen SF of SL) Menunaam af fabriek Instelling Menunaam af fabriek Instelling Min. vermogen 5/ 7 /9* Modul. T min 40 °C °C Max. vermogen 20/25/30 Modul.
Pagina 64
SOLVIS GmbH & Co KG • Grotrian-Steinweg-Straße 12 • D-38112 Braunschweig • Tel.: +49 (0) 531 28904-0 Fax: +49 (0) 531 28904-100 • www.solvis.de...