INSTALLATIE
Storingen verhelpen
8.
Storingen verhelpen
Info
Bij temperaturen lager dan -15 °C kan de veiligheidstem-
peratuurbegrenzer worden geactiveerd. Het toestel kan
reeds tijdens de opslag of het transport aan deze tempe-
raturen zijn blootgesteld.
Probleem
Oorzaak
De temperatuur kan
De temperatuurregelaar
niet worden inge-
is defect.
steld.
De compressor is uit.
Er is een storing in het
De indicatoren "Com-
koelmiddelcircuit. Veilig-
pressor" en "Ventila-
heidsdrukbegrenzer F3 is
tor" branden.
geactiveerd.
De compressortempera-
tuur is te hoog. Thermi-
sche motorbeveiliging F2
is geactiveerd.
De compressor en de
Veiligheidstemperatuur-
ventilator zijn uitge-
begrenzer F1 is geacti-
schakeld.
veerd. De watertempera-
tuur is gestegen tot meer
dan 95 °C.
Bij alle andere storingen verzoeken wij u onze klantenservice te
bellen. Het toestel moet eventueel worden vervangen.
Resetknop veiligheidstemperatuurbegrenzer
De resetknop zit achter de temperatuurinstelknop.
f Trek de temperatuurinstelknop eraf.
1 Resetknop veiligheidstemperatuurbegrenzer
2 Temperatuurvoeler/temperatuurbegrenzer-combinatie
www.stiebel-eltron.com
Oplossing
Demonteer de temperatuur-
voeler/temperatuurbegren-
zer-combinatie
Vervang de complete tempe-
ratuurregelaar.
Monteer de nieuwe tempera-
tuurvoeler/temperatuurbe-
grenzer-combinatie.
Zoek eerst de fout en los
deze op. Schakel dan de
veiligheidsdrukbegrenzer
opnieuw in.
Verlaag de temperatuur. Via
de thermische motorbevei-
liging wordt de compressor
vervolgens weer automatisch
ingeschakeld.
Zoek de oorzaak voor de
temperatuuroverschrijding
en los deze op. Schakel de
veiligheidstemperatuurbe-
grenzer weer in.
2
1
9.
Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING elektrische schok
Koppel alle polen van het toestel los van de netspanning
voordat u met de werkzaamheden begint.
Voor enkele onderhoudswerkzaamheden is het noodzakelijk de
onderste kap te verwijderen.
Raadpleeg het hoofdstuk "Toestel aftappen", wanneer het toestel
moet worden afgetapt.
9.1
Veiligheidsventiel controleren
f Controleer het veiligheidsventiel regelmatig.
9.2
Toestel aftappen
WAARSCHUWING verbranding
Tijdens het aftappen kan er heet water uit het toestel
lopen.
Indien het toestel voor onderhoudswerkzaamheden of bij vorstge-
vaar moet worden afgetapt voor de bescherming van de volledige
installatie, gaat u als volgt te werk:
f Koppel het toestel los van de netspanning.
f Sluit de afsluitklep in de koudwatertoevoerleiding.
f Open alle warmwatertappunten volledig.
f Open de aftapkraan in de koudwatertoevoerleiding.
Info
Bij het aftappen van de boiler via de aftapkraan in de
koudwatertoevoerleiding kan de boiler niet volledig wor-
den geleegd. Er blijft een kleine hoeveelheid water in de
boiler achter. Dit water kunt u afvoeren door de verwar-
mingsflens te verwijderen.
9.3
Veiligheidsweerstand tegen corrosie
2
4
1 Verwarmingsflens
2 Veiligheidsweerstand tegen corrosie
3 Drukplaat
4 Isolatieplaat
De veiligheidsweerstand tegen corrosie op de isolatieplaat mag bij
onderhoudswerkzaamheden niet worden beschadigd of worden
verwijderd. Voor het vervangen van de veiligheidsweerstand tegen
corrosie gaat u als volgt te werk:
f Tap het toestel af.
f Demonteer de verwarmingsflens.
f Verwijder de isolatieplaat.
f Vervang de veiligheidsweerstand tegen corrosie.
f Monteer de isolatieplaat.
1
3
LWA 100 |
9