INSTALLATIE
Ingebruikname
6.
Ingebruikname
Materiële schade
!
Gebruik het toestel niet bij temperaturen buiten de toe-
gestane waarden (zie hoofdstuk "Technische gegevens/
gegevenstabel").
6.1
Eerste ingebruikname
Materiële schade
!
Het bedrijf van het toestel (ventilatie en warmtepomp) is
tijdens de montagefase niet toegestaan.
f Open een tappunt tot het toestel gevuld is en het leidingnet
luchtvrij is.
f Test de veiligheidsgroep.
f Draai de temperatuurinstelknop naar de maximale
temperatuur.
f Schakel de netspanning in.
f Controleer de werkmodus van het toestel. Let daarbij op het
uitschakelen van de thermostaat.
f Pas de werking van het ventilatietoestel en de warmtepomp
aan de lokale omstandigheden aan.
Warmtepompbedrijf afstellen
Het toestel heeft een bepaalde tijd nodig om het water op- en na
te warmen. In het hoofdstuk "Technische gegevens/opwarmtijden"
wordt weergegeven, hoe lang de opwarmtijden duren, afhankelijk
van de temperatuur van de afvoerlucht, de relatieve luchtvochtig-
heid en het luchtvolume.
Instellen van de luchtvolumestromen bij de ventilatortrappen
"Gewenste ventilatie" en "Behoefteventilatie" (optioneel)
Het bepalen van de vereiste luchtvolumestroom is gebaseerd op
het volume van de ruimte en het aantal personen van de gebruik-
seenheden. De luchtverversing moet ten minste het 0,4-voudige/
uur zijn.
Het toestel heeft een constante-volumestroom-ventilator.
Volumestroomtrap
Luchtdebiet [m³/h]
1
60
2
75
3
90
4
110
5
120
Raadpleeg uw bouwtekeningen voor de luchtvolumestroom die
voor uw woonsituatie is vereist. Lees in de tabel de volumestroom-
trap af die het dichtst bij de vereiste luchtvolumestroom ligt. Wan-
neer de vereiste luchtvolumestroom in het midden tussen twee
in de tabel aangegeven luchtvolumestromen ligt, kies dan bij
een hoge gebruiksintensiteit van de gebruikseenheid de hogere
waarde. Bij een lage gebruiksintensiteit kunt u de lagere waar-
de kiezen. In de leveringstoestand is voor de gewenste ventilatie
volumestroomtrap 2 ingesteld en voor de behoefteventilatie vo-
lumestroomtrap 3.
f Wijs, indien gewenst, met schuifschakelaars S3 en S4 aan de
ventilatortrappen een nieuwe volumestroomtrap toe. Schuif-
schakelaars S3 en S4 bevinden zich op printplaat A3.
8
| LWA 100
Volume-
Draaischakelaar
stroom-
"Ventilatortrap-
trap
pen" in stand I
1
onafhankelijk van
de stand van schuif-
schakelaars S3 en S4
2
3
4
5
Ventilatorwerking instellen (continubedrijf of
compressorafhankelijk)
Met de brug aan het klemmenblok X2 kunt u voor de ventilator
tussen continubedrijf (fabrieksinstelling) of compressorafhanke-
lijke werking kiezen.
6.1.1 Overdracht van het toestel
f Leg aan de gebruiker de werking van het toestel en van
de veiligheidsgroep uit en maak hem vertrouwd met het
gebruik.
f Wijs de gebruiker op mogelijke gevaren, met name het ge-
vaar voor brandwonden.
f Overhandig hem deze handleiding.
f Leg aan de gebruiker van het toestel uit hoe hij de stroom-
voorziening kan onderbreken.
f Noteer de nummers van de zekeringen.
6.2
Nieuwe ingebruikname
Zie hoofdstuk "Eerste ingebruikname".
7.
Buitendienststelling
f Verbreek de verbinding tussen het toestel en de netspanning
met de zekering in de huisinstallatie.
f Tap het toestel af (zie het hoofdstuk "Onderhoud / Toestel
aftappen").
Draaischakelaar
Draaischakelaar
"Ventilatortrap-
"Ventilatortrap-
pen" in stand II
pen" in stand III
S3
S3
S4
S3
S4
S4
www.stiebel-eltron.com