9
De installatie van de
achterste werklichten
voltooien
Geen onderdelen vereist
Procedure
WAARSCHUWING
Als accukabels verkeerd worden verbonden,
kan dit schade aan de machine en de kabels
tot gevolg hebben en vonken veroorzaken.
Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing
komen, waardoor lichamelijk letsel kan
ontstaan.
• Maak altijd de minkabel (zwart) van de accu
los voordat u de pluskabel (rood) losmaakt.
• Sluit altijd de pluskabel (rood) van de accu
aan voordat u de minkabel (zwart) aansluit.
1.
Maak de pluskabel vast aan de pluspool van de
accu; raadpleeg de Gebruikershandleiding van
uw machine.
2.
Maak de minkabel vast aan de minpool van de
accu; raadpleeg de Gebruikershandleiding van
uw machine.
3.
Multi Pro 1750 of Multi Pro WM: Schuif de
isolatorkap over de klem van de pluskabel van
de accu; raadpleeg de Gebruikershandleiding
van de Multi Pro 1750 of de Multi Pro WM.
4.
Monteer het accudeksel als volgt:
A.
Multi Pro 5800: Lijn het accudeksel uit met
de accubak en bevestig het deksel met de
bevestigingsband van de accu; raadpleeg
de Gebruikershandleiding van de Multi Pro
5800.
B.
Multi Pro WM: Knijp de zijkanten van
het accudeksel samen, lijn de lipjes van
het accudeksel uit met de sleuven in de
accubak en laat het deksel los; raadpleeg
de Gebruikershandleiding van de Multi Pro
WM.
5.
Multi Pro 1750: Kantel de stoel naar achteren
en omlaag tot hij vergrendeld wordt; raadpleeg
de Gebruikershandleiding van de Multi Pro
1750.
Multi Pro 5800: Kantel de bestuurdersstoel
naar achteren en omlaag tot hij uitgelijnd is
met het stoelcompartiment van het chassis;
raadpleeg de Gebruikershandleiding van de
Multi Pro 5800.
10
De ledlampen controleren
Geen onderdelen vereist
Procedure
1.
Druk de tuimelschakelaars naar boven in de
A
-stand.
AN
Opmerking:
2.
Als de lamp(en) niet branden met de
tuimelschakelaars in de A
schakelaars ondersteboven in de beugel; doe in
dat geval het volgende:
A.
Ga na welke schakelaar ondersteboven zit.
B.
Koppel de accu af; zie
van de achterste werklichten voorbereiden
(bladz.
2).
C.
Koppel aan de schakelaarbeugel de
busconnector met 8 contacten van de
kabelboom af van de verkeerd gemonteerde
tuimelschakelaar; zie
schakelaars en de kabelboom monteren
(bladz.
3).
D.
Verwijder de tuimelschakelaar van de
schakelaarbeugel; zie
schakelaars en de kabelboom monteren
(bladz.
3).
E.
Draai de tuimelschakelaar 180° en druk hem
in de schakelaarbeugel tot de schakelaar
vastklikt.
F.
Sluit de busconnector met 8 contacten van
de kabelboom aan op de stekker met 8
pinnen van de tuimelschakelaar; zie
2
van
3 De schakelaars en de kabelboom
monteren (bladz.
G.
Sluit de accu aan; zie
achterste werklichten voltooien (bladz.
3.
Als de linker lichtschakelaar de verkeerde
ledlamp bedient, doe dan het volgende:
A.
Koppel de accu af; zie
van de achterste werklichten voorbereiden
(bladz.
2).
11
De ledlampen gaan branden.
-stand, zitten de
AN
1 De installatie
Figuur 2
van
Figuur 2
van
3).
9 De installatie van de
1 De installatie
3 De
3 De
Figuur
10).