NL | Handleiding
—
in de ontluchtingsfase een onderdruk van 50 – 100 mbar hebben.
◊ Tijdens de drukopbouwfase moet de manometer weer de bedrijfsoverdruk aangeven (beide
tankmanometers geven hierbij dezelfde bedrijfsdruk aan).
Droger in bedrijf stellen
Gevaar door hete regeneratiegasstroom!
Bij de uitlaat van het regeneratiegas van de vacuümpomp kan vochtige, hete
lucht naar buiten stromen. Houd u niet op in de buurt van de uitlaat tijdens het
bedrijf.
Gevaar voor kneuzingen!
Tijdens de omschakeling van adsorptie naar regeneratie bestaat er gevaar voor
kneuzingen bij de cardanas en de aandrijvingen. Houd de handen weg van deze
componenten tijdens de omschakeling.
Gevaar door hete oppervlakken!
Tijdens het bedrijf worden de oppervlakken van de droger opgewarmd tot meer
dan 120 °C. Bij geïsoleerde drogers kunnen warme schroef-koppelingen uit de
isolatie steken. Warme oppervlakken niet aanraken. Wachten met werkzaamhe-
den aan de droger totdat de oppervlakken voldoende zijn afgekoeld.
Gevaar door plotseling ontwijkende druk!
Nooit delen van de droger verwijderen of andere manipulaties uitvoeren, zolang
de installatie onder druk staat! Delen van de installatie zouden kunnen explode-
ren en zwaar letsel veroorzaken.
Vóór werkzaamheden aan de droger eerst de installatie drukvrij maken.
◊ De droger uitsluitend binnen de toegestane begrenzingen gebruiken. Het gebruik van de
droger onder omstandigheden waarvoor deze niet ontworpen is, kan leiden tot functiestorin-
gen.
◊ In geen geval de fabrieksinstellingen van het regelprogramma en van de frequentieomvorm-
ers zonder ruggespraak met de fabrikant wijzigen.
◊ Hoe krachtiger de droger is, des te groter kan de geluidsontwikkeling tijdens het bedrijf zijn.
De exploitant moet daarom geschikte beschermende uitrusting (b.v. oorbescherming) ter
beschikking stellen.
◊ Afhankelijk van de afmetingen van de droger en het persluchtnet is het mogelijk dat volgens
de wettelijke voorschriften in uw land inbedrijfstelling conform drukapparatuurrichtlijn vereist
is.
◊ De droger regelmatig op uitwendig herkenbare schade en defecten controleren. Wijzigin-
gen, ook in het werkgedrag, onmiddellijk aan de daarvoor verantwoordelijke plaats of per-
soon melden.In een noodgeval en bij veiligheidsrelevante storingen de droger onmiddellijk
uitschakelen. De droger pas weer in bedrijf stellen nadat de storing verholpen is
WVM 45 -1450
Inbedrijfname
31