7 Inbedrijfstelling
GEVAAR
!
OPMERKING
83327944 1/2024-04 Mgo
Montage- en bedieningsvoorschrift
Lucht/water warmtepomp Splitblock® WSB 6 ... 10-A-RME-I
7 Inbedrijfstelling
7.1 Voorwaarden
De inbedrijfstelling mag alleen door gekwalificeerde vakspecialisten uitgevoerd
worden.
Alleen een correct uitgevoerde inbedrijfstelling garandeert de bedrijfszekerheid.
De inbedrijfstelling mag pas na de complete installatie, druktest van de
koudemiddelleiding en lektest van het koudecircuit uitgevoerd worden. Zie
montage- en bedieningsvoorschrift buitenunit.
Voor de inbedrijfstelling ervoor zorgen dat:
alle montage- en installatiewerkzaamheden correct zijn uitgevoerd
toestel en installatie met medium gevuld en ontlucht zijn
in alle open verwarmingscircuits retourtemperaturen van minstens 18 °C
worden aangehouden
er afname van warmte en koude is
de serviceventielen op de buitenunit open zijn
alle regel-, controle- en veiligheidsinrichtingen functioneel en correct ingesteld
zijn
Andere installatiegebonden controles kunnen noodzakelijk zijn. Let hierbij op de
bedieningsvoorschriften van de verschillende installatiecomponenten.
7.2 Inbedrijfstellingsstappen
1. Voedingsspanning inschakelen
Explosiegevaar door hoge druk
Bij bedrijf met gesloten serviceventielen wordt een hoge druk opgebouwd. Dit kan
tot scheuren van componenten leiden.
Voedingsspanning alleen inschakelen als de serviceventielen op de buitenunit
geopend zijn.
Via een externe zekering de voedingsspanning voor de buitenunit/toestel
herstellen.
Schade aan de condensor door niet aangesloten elektrisch
verwarmingselement
Bij te lage watertemperaturen in het verwarmingscircuit kan de condensor
bevriezen.
Elektrisch verwarmingselement aansluiten en de voedingsspanning inschakelen
[hfst. 5.5].
Op de weergave- en bedieningsunit als tweede warmtebron de elektrische
verwarming selecteren.
88-136