2
Aansluiting
De elektrische aansluiting vindt plaats met behulp van
schroefklemmen. De klemaanduidingen bevinden zich op de
behuizing. De verbinding met KNX gebeurt via de
meegeleverde busaansluitklem. Als installatieautomaat moet
een LS 16 worden gebruikt.
Afb. 1: eenfasige werking
Afb. 2: meerfasige werking
Afb. 3: parallelschakeling van kanalen
Opmerking
Bij gebruik met meerdere eenfasige
lekstroomschakelaars bestaat het gevaar van
spanningsverschuiving tussen de fasen. Dit
kan leiden tot een beperking van de werking
van het apparaat.
KNX Technisch Handboek | 0073-1-7589 | 3