KNX Technisch Handboek
Universele dimactuatoren
7
Bediening
4-kanaals apparaat
1
Handmatige bediening (decentrale bediening)
2
Interface ingebruikname-adapter
(vanaf firmwareversie 1.0.0.3)
3
ON, inschakelen / lichter dimmen
4
OFF, uitschakelen / donkerder dimmen
5
Kanaalkeuze
6
Kanaalindicatie
Omschakeling handmatige bediening – KNX-bediening
Voor de bediening van de dimmer met het apparaat drukt u
op toets (1). Als de rode LED in de toets oplicht is de
handbediening van de kanalen mogelijk. De aansturing via
de bus is geblokkeerd.
In-/uitschakelen lichter/donkerder dimmen
Het gekozen kanaal kan met de ON-toets (3) ingeschakeld
resp. lichter gedimd en met OFF-toets (4) uitgeschakeld
resp. donkerder gedimd worden.
Kanaalstatus
Signalering van kanaal AAN/UIT via groene kanaal-LED (6):
•
Kanaal UIT: kanaal-LED is uit.
•
Kanaal AAN: kanaal-LED brandt continu
Foutmeldingen
Als er een fout is gesignaleerd begint de toets decentrale
bediening (1) te knipperen. Fouten worden afgebeeld door
verschillende knippercycli met de bijbehorende rode kanaal-
LED (6). Om de fout te signaleren de toets van de
decentrale bediening (1) indrukken. De indicatie vindt plaats
zolang de toets wordt ingedrukt:
1. Temperatuur te hoog: 1 x knipperen.
2. Kortsluiting: 2 x knipperen.
3. Leidingbreuk of ontbrekende last: 3 x knipperen.
(hiertoe telt het apparaat met last in gebruik nemen.)
4. Overspanning: 4 x knipperen.
5. Interne veiligheidsschakeling (bijv. defecte uitgang):
8 | 0073-1-7589 | KNX Technisch Handboek
5 x knipperen
•
Als tijdens het gebruik een fout optreedt, wordt het
kanaal gedeactiveerd. De groene kanaal-LED gaat uit.
•
Bij opnieuw inschakelen wordt gecontroleerd of de fout
nog aanwezig is (herinschakelvertraging van 30 sec.).
Handmatige modusomschakeling
Na aansluiting van de netspanning detecteert de universele
dimactuator automatisch de aangesloten last. Mochten er
hier problemen optreden kan de modus voor elk kanaal
afzonderlijk op het apparaat gewijzigd worden.
•
Activering decentrale bediening (rode LED van toets
decentrale bediening (1) brandt)
•
Kanaal- of groepskeuze (bevestiging via rode kanaal-
LED (6))
Opmerking
De modusomschakeling is slechts bij het
uitgeschakelde kanaal mogelijk. De groene
kanaal-LED is uit.
Vanaf versie 2.2:
Handmatig omschakelen van de modus en de
handmatige groepsvorming zijn na een gelukte
programmering van het apparaat via de bus
niet meer mogelijk.
–
Gelijktijdig indrukken van de ON-/OFF-toetsen (3+4).
•
Beide toetsen 4 seconden indrukken.
•
Na verloop van 4 seconden knippert de groene kanaal-
LED (6) 5 keer, ter bevestiging dat de modus is
gewijzigd.
Na uitval van de netspanning keert de dimmer naar de
handmatig gewijzigde modus terug.
Reset
Terugzetten van de handmatig ingestelde modus en
handmatig gevormde groepen op fabrieksinstelling.
•
Gelijktijdig indrukken van de toetsen decentrale
bediening (1) en kanaalkeuze (5) voor 4 sec.
•
Na 4 sec. is de automatische lastherkenning geactiveerd
en wordt een lasttest uitgevoerd.
Na een reset voert de dimmer automatisch de lasttest uit en
vat parallel geschakelde uitgangen in groepen samen.