8
NL
GEAVANCEERDE MODUS
De GEAVANCEERDE MODUS kan ingesteld worden via een login van de Beheerder of via een verbinding met
het MANAGER programmeerapparaat.
Alleen een totale reset van het geheugen kan deze instelling wissen en het toetsenbord in de TE DEFINIËREN
modus terugbrengen.
Elke gebruiker moet een geheime code van 7 tekens invoeren, bestaande uit ID + PW, om het apparaat te
kunnen gebruiken:
ID = identificatie van de geheugenpositie, bestaande uit 3 cijfers.
PW = wachtwoord van 4 cijfers.
Er moet een Systeembeheerder worden ingevoerd, die de volgende rechten heeft:
• nieuwe gebruikers invoeren;
•
een bestaande gebruiker wijzigen;
•
de kanalen instellen die actief zullen zijn voor elke gebruiker;
•
verschillende gebruikersranges invoeren die bevoegd zijn om het systeem te gebruiken;
•
gemeenschappelijke kanalen voor alle gebruikers invoeren;
•
een afzonderlijke gebruiker wissen;
•
alle gebruikers wissen;
•
de leermodus activeren;
•
de snelle leermodus activeren of deactiveren;
•
de lange transmissie activeren voor opslag in het geheugen van de codes op een ontvanger;
•
het apparaat geheel resetten.
De ID van de systeembeheerder is altijd 000 en kan niet worden gewijzigd.
Bij de eerste inschakeling van het systeem moet het wachtwoord van de beheerder verplicht worden veranderd.
Zie de paragraaf "WIJZIGING VAN DE BEHEERDERCODE"
Elke afzonderlijke gebruiker die geen beheerder is, kan zijn eigen wachtwoord wijzigen (laatste 4 cijfers van de
gebruikerscode), maar niet de geheugenpositie (ID) en de vrijgave van de kanalen.
ACTIVERINGPROCEDURE VAN DE LEERMODUS BIJ DE EERSTE INSCHAKELING
GEAVANCEERDE modus
Bij de eerste inschakeling, wanneer het toetsenbord zich in de TE DEFINIËREN modus bevindt, kan het
toetsenbord met de volgende procedure in de leermodus worden gesteld:
1. Houd de toetsen et # tegelijkertijd ingedrukt.
*
2. De LEDs beginnen te knipperen.
3. Laat de toetsen los binnen 10 seconden, het systeem met de signalering SuccProc, gaat het over naar de
leermodus en wacht het op communicatie met het programmeerapparaat MANAGER.
4. Als de verbinding met het programmeerapparaat niet binnen 20 s tot stand komt, verlaat het systeem de
leermodus, hetgeen wordt gesignaleerd met ErrProc.
DCD