12
NL
c. Het systeem zal reageren met de volgende procedure:
i. ALLE LEDS GAAN UIT;
ii. HET EERSTE CIJFER VAN DE GEHEUGENPOSITIE WORDT AANGEDUID: 1 knippersignaal van
de LEDs, gevolgd door de signalering OK zo vaak als nodig is om het eerste cijfer aan te geven.
iii.HET TWEEDE CIJFER VAN DE GEHEUGENPOSITIE WORDT AANGEDUID: 2 knippersignalen van
de LEDs, gevolgd door de signalering OK zo vaak als nodig is om het tweede cijfer aan te geven.
iv. HET DERDE CIJFER VAN DE GEHEUGENPOSITIE WORDT AANGEDUID: 3 knippersignalen van
de LEDs, gevolgd door de signalering OK zo vaak als nodig is om het derde cijfer aan te geven.
v. Het systeem blijft in afwachting van het ID dat men wil invoeren. Als er geen code wordt ingevoerd,
voert het systeem na 20 s automatisch de Esc-procedure uit.
5. Typ de 3 cijfers van het ID in dat correspondeert met de positie, en bevestig met #.
6. Als de positie vrij is, reageert het systeem met de signalering OK. Als de positie bezet is, reageert het
systeem met de signalering Err. Begin in dit geval weer vanaf punt 5 door een nieuwe gebruiker-ID in te
voeren.
7. Typ het wachtwoord in (laatste 4 cijfers van de gebruikerscode) en bevestig met #. Als er geen enkele
waarde wordt ingevoerd en eenvoudig een bevestiging wordt gegeven met #, blijft het standaard
wachtwoord 0000 gehandhaafd en gaat de sequens door met stap 10.
8. Het systeem reageert met OK of ErrProc.
9. Herhaal het wachtwoord en bevestig met #.
10. Het systeem reageert met OK of ErrProc.
11. Ga verder met de activering van de kanalen die de gebruiker zal kunnen gebruiken. Als er geen gegeven
wordt ingevoerd, voert het systeem na 20 s automatisch de Esc-procedure uit.
ACTIVERING KANALEN
I. Door op # te drukken worden de kanalen toegewezen die standaard zijn ingesteld op het systeem (zie
de paragraaf "1 # CONFIGURATIE STANDAARD ACTIEVE TOETSEN VOOR DE GEBRUIKERS").
Het systeem reageert met SuccProc of ErrProc.
of
II. Druk achtereenvolgens op de toetsen 1, 2, 3, ..., 9 om de kanalen te activeren die de gebruiker zal
kunnen gebruiken.
III. Bevestig met #.
IV. Het systeem reageert met de signalering SuccProc of ErrProc.
ATTENTIE:
Zolang de procedure niet met succes voltooid is, worden de ingevoerde gegevens niet in het geheugen
opgeslagen.
De beheerder kan gebruikers blijven invoeren of de Esc-procedure uitvoeren; nadat er 20 seconden lang geen
enkele toets is ingedrukt, voert het systeem de Esc-procedure automatisch uit.
DCD