LET OP:
Deze apparatuur is verplicht voor energiegerela-
teerde producten (ErP).
• Zonder CPI
5.5 Schakelkast
De schakelkast (Fig. 1, pos. 3) beschermt en stuurt
de drukverhogingsinstallatie aan.
Raadpleeg de handleiding van de schakelkast voor
meer informatie.
5.6 Toebehoren
Het volgende toebehoren is verkrijgbaar:
• Afsluiters
• Trillingsdempingsslangen
• Drukregelaar
• Drukreservoir
• Zuifkorf voetventiel
• Waarschuwingslampje
• Opstartreservoir
Toebehoren moet apart worden besteld.
6 Beschrijving en werking
6.1 Productomschrijving
De drukverhogingsinstallatie wordt geleverd met
een stekkerklaar leidingsysteem. De klant moet de
aanzuig- en uitlaatspruitstukken correct aansluiten.
De klant moet ook het schakeltoestel aansluiten
op de spanningsvoorziening.
Bij verbinding op de openbare watervoorziening
moeten de voorschriften en geldende normen in
acht worden genomen en, indien nodig, worden
nageleefd volgens de voorschriften van de water-
leidingbedrijven.
Bovendien moet rekening worden gehouden met
de lokale omstandigheden: bijvoorbeeld, als de
toevoerdruk te hoog of variabel is, moet een druk-
regelaar worden geïnstalleerd.
6.2 Bedrijf
De drukverhogingsinstallatie is uitgerust met 2
normaalzuigende monoblokpompen.
De pompen worden geactiveerd wanneer een lage
druk wordt gedetecteerd (Fig. 1, pos. 6) en gede-
activeerd wanneer het debiet wordt gedetecteerd
als nul (Fig. 1, pos. 10). Nulstroomdetectie wordt
gegarandeerd met de meegeleverde debietscha-
kelaar. Deze bestaat uit een sensor met een schoep
die in het ontlaadspruitstuk wordt geplaatst. Wan-
neer een slangstation wordt geactiveerd, wordt er
debiet gegenereerd en wordt de debietschakelaar
geactiveerd.
De debietschakelaar moet worden geïnstalleerd
op de toevoer aan de zijkant van het slangensy-
steem, rechts (Fig. 4a) of links (Fig. 4b), afhankelijk
van de configuratie van de installatie.
Raadpleeg de inbouw- en bedieningsvoorschrif-
ten van de schakelkast voor meer gedetailleerde
informatie over het besturingsproces.
De pompen wisselen elkaar af bij elke inschakeling
om hun bedrijfstijden in evenwicht te houden.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-COF-2B
7 Installatie en verbinding
7.1 Levering en installatie
Pak het product uit en verwijderen de verpakking
op een milieuverantwoorde manier.
Installeer de drukverhogingsinstallatie in een
gemakkelijk toegankelijke ruimte, die goed is
geventileerd en is geïsoleerd tegen vorst.
Toegangsroutes naar de ruimte moeten vrij
van obstructies worden gehouden.
De constructie van de drukverhogingsinstallatie
maakt vloer-installatie op een vlakke betonnen
oppervlak mogelijk.
Als de installatie ter plaatse verder aan de grond
moet worden bevestigd, moeten passende maat-
regelen worden genomen ter voorkoming van
geluidsoverdracht door dergelijke structuren.
7.2 Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING! Gevaar voor elektrische schok!
De elektrische aansluiting moet worden uitge-
voerd door een elektricien die is goedgekeurd
door de lokale energieleverancier en in overeen-
stemming met de actuele lokale regelgeving.
Bij het maken van de elektrische verbinding, is het
cruciaal dat wordt verwezen naar de corresponde-
rende inbouw- en bedieningsvoorschriften en het
schakelschema dat is meegeleverd met het scha-
keltoestel.
In het algemeen moeten de volgende aspecten in
acht worden genomen:
• De netaansluitspanning moet corresponderen
met de eigenschappen die zijn vermeld op het
typeplaatje en het elektrisch aansluitschema van
de besturingsinrichting,
• De elektrische aansluitkabel voor het schakeltoe-
stel moet correct worden gedimensioneerd in ver-
houding tot het totale vermogen van de
drukverhogingsinstallatie (zie het typeplaatje en
de technische gegevens),
• De drukverhogingsinstallatie moet worden geaard
in overeenstemming met de regelgeving (d.w.z. in
overeenstemming met lokale regelgeving en
omstandigheden); de verbindingen voor dit doel
worden overeenstemming gemarkeerd (zie ook
het elektrisch aansluitschema).
LET OP:
Vergeet niet de grondplaat van de drukverho-
gingsinstallatie te verbinden met de grond
waar de installatie wordt geïnstalleerd.
Aansluiting voor de vlotterschakelaar
(Versie "B")
De vlotterschakelaar, die apart wordt geleverd,
moet in het reservoir worden geïnstalleerd en
moet met de schakelkast worden verbonden
via een kabel met twee geleiders.
7.3 Hydraulische verbinding
De watertoevoer naar de drukverhogingsinstallatie
kan afkomstig zijn van de openbare watervoorzie-
ning (versie "V") of van een buffertank (versie "B")
onder de waterbelasting.
Nederlands
11