Gebied
Geschikte schoonmaak-
middelen
Rekjes
¡ Warm zeepsop
Toebehoren
¡ Warm zeepsop
¡ Ovenreiniger
13.3 Apparaat schoonmaken
Reinig om beschadiging van het apparaat te voorko-
men het apparaat uitsluitend zoals aangegeven en met
geschikte reinigingsmiddelen.
WAARSCHUWING ‒ Kans op brandwonden!
Het apparaat wordt heet tijdens het gebruik.
Het apparaat voor het schoonmaken laten afkoelen.
▶
WAARSCHUWING ‒ Kans op brand!
Losse voedselresten, vet en vleessap kunnen in brand
vliegen.
Voor gebruik dient u de binnenruimte, de verwar-
▶
mingselementen en de accessoires vrij te maken
van grove verontreiniging.
Pyrolyse
14 Pyrolyse
Met de reinigingsfunctie Pyrolyse
ruimte zich vrijwel zelfstandig.
Reinig de binnenruimte om de 2 tot 3 maanden met de
reinigingsfunctie. U kunt de reinigingsfunctie desge-
wenst vaker gebruiken.
De reinigingsfunctie heeft ca. 2,5 - 4,8 kilowattuur no-
dig.
14.1 Apparaat voor de reinigingsfunctie
voorbereiden
Om een goed reinigingsresultaat te verkrijgen, dient u
het apparaat zorgvuldig voor te bereiden.
WAARSCHUWING ‒ Kans op brand!
In de binnenruimte bewaarde brandbare voorwerpen
kunnen vlam vatten.
Bewaar nooit brandbare materialen in de binnen-
▶
ruimte.
Wanneer er rook wordt geproduceerd moet het ap-
▶
paraat worden uitgeschakeld of de stekker uit het
stopcontact worden gehaald en moet de deur ge-
sloten worden gehouden om eventueel optredende
vlammen te doven.
Losse voedselresten, vet en vleessap kunnen tijdens
de reiniging vlam vatten.
Verwijder altijd de grove verontreiniging uit de bin-
▶
nenruimte voordat de reiniging start.
Toebehoren nooit meereinigen.
▶
De buitenkant van het apparaat wordt zeer heet tijdens
het reinigen.
Nooit brandbare voorwerpen, zoals bijv. droogdoe-
▶
ken, aan de deurgreep hangen.
Voorkant van het apparaat vrijhouden.
▶
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
▶
Aanwijzingen
Bij sterke verontreiniging inweken en een borstel of RVS-spiraal-
spons gebruiken.
Tip: Voor het reinigen de rekjes verwijderen.
→ "Rekjes", Pagina 22
Bij sterke verontreiniging inweken en een borstel of RVS-spiraal-
spons gebruiken.
Geëmailleerde accessoires kunnen in de vaatwasser worden ge-
daan.
reinigt de binnen-
Vereiste: Houd de aanwijzingen voor het gebruik van
de reinigingsmiddelen aan.
→ "Reinigingsmiddelen", Pagina 15
Het apparaat met heet zeepsop en een schoon-
1.
maakdoekje reinigen.
Voor sommige oppervlakken kunt u alternatieve
‒
reinigingsmiddelen gebruiken.
→ "Geschikte schoonmaakmiddelen", Pagina 16
Drogen met een zachte doek.
2.
Bij beschadigde deurafdichting ontsnapt grote hitte in
het bereik van de deur.
De dichting niet schuren en niet afnemen.
▶
Nooit het apparaat met beschadigde afdichting of
▶
zonder afdichting gebruiken.
Haal de accessoires en vormen uit de binnenruimte.
1.
De rekjes losmaken en uit de binnenruimte nemen.
2.
→ "Rekjes", Pagina 22
Verwijder grove verontreiniging uit de binnenruimte.
3.
De binnenkant van de apparaatdeur en de randop-
4.
pervlakken bij de deurafdichting met zeepsop en
een zachte doek reinigen.
De deurafdichting niet verwijderen en niet schuren.
Verwijder sterke verontreinigingen op de binnenruit
met ovenreiniger.
Voorwerpen uit de binnenruimte halen. De binnen-
5.
ruimte moet leeg zijn.
14.2 Reinigingsfunctie instellen
Ventileer de keuken zolang de reinigingsfunctie actief
is.
WAARSCHUWING ‒ Kans op gevaar voor de
gezondheid!
De reinigingsfunctie warmt de binnenruimte tot een
heel hoge temperatuur op zodat resten van braden,
grillen en bakken verbranden. Hierbij komen dampen
vrij die tot irritaties van de slijmvliezen kunnen leiden.
Tijdens de reinigingsfunctie de keuken grondig ven-
▶
tileren.
Niet gedurende langere tijd in de ruimte verblijven.
▶
Kinderen en huisdieren uit de buurt houden.
▶
Pyrolyse nl
17