Waterhardheid instellen
De waterhardheid wordt met de toetsen
van het bedieningspaneel op de zuil
geprogrammeerd.
U kunt de programmering op elk
moment afbreken en opnieuw begin-
nen. U hoeft het apparaat hiervoor
alleen maar met de s-toets uit te
schakelen.
U kunt de waterhardheid als volgt in-
stellen:
^ Als het apparaat ingeschakeld is,
schakel het dan met de s-toets uit.
^ Houd de j-toets ingedrukt en scha-
kel tegelijkertijd het apparaat met de
s-toets in. Houd daarbij de j-toets
ingedrukt, totdat controlelampje k
geel verlicht is.
Is dat niet het geval, begin dan nog
eens opnieuw.
Controlelampje k knippert 10 keer kort
met tussenpozen en controlelampje k
knippert 1 keer lang met tussenpozen
(standaardinstelling).
De ingestelde waterhardheid is aan het
knipperritme van controlelampje k te
zien (zie tabel waterhardheid).
Vóór het eerste gebruik
^ Kies telkens met een korte druk op
toets j het knipperritme, dat over-
eenkomt met de waterhardheid in uw
regio.
Met elke druk op de toets schakelt u
een niveau hoger. Na de hoogste
waarde begint de instelling weer op-
nieuw.
Stel de waterhardheid correct in, an-
ders kunt u geen aanspraak meer ma-
ken op garantie.
Voorbeeld:
De waterhardheid bedraagt 22 °dH.
– Controlelampje k knippert 10 keer
kort met tussenpozen (standaardin-
stelling).
– Druk toets j 6 keer in.
– Controlelampje k knippert 6 keer
kort met tussenpozen.
^ Schakel het apparaat vervolgens met
toets s uit.
De geprogrammeerde
waterhardheid controleren
^ Als het apparaat ingeschakeld is,
schakel het dan met toets s uit.
^ Houd toets j ingedrukt en schakel
tegelijkertijd het apparaat met toets
s in. Houd daarbij toets j inge-
drukt, totdat controlelampje k geel
verlicht is.
Controlelampje k knippert in het ritme,
dat met de ingestelde waterhardheid
overeenkomt (zie tabel).
^ Schakel het apparaat vervolgens met
toets s uit.
23