Bediening van de apparaatbesturing
Lasopdrachtenbeheer (Menu)
5.6.3.1
MIG/MAG-lassen
Voor elke JOB kan voor het start-, beknopte hoofd- en eindprogramma apart worden ingesteld of er naar
de pulsmethode moet worden overgeschakeld.
Deze eigenschappen worden samen met de JOB in het lasapparaat opgeslagen. De pulsmethode is af
fabriek in het eindprogramma van alle forceArc JOB's geactiveerd.
P
, P
en P
START
B
draadtoevoerwaarde van het hoofdprogramma P
programma's worden ingesteld (zie parameter abs. waarde-instelling) > zie hoofdstuk 5.7.4.
Menupunt/parameter
Gasvoorstroomtijd
Gasinstelwaarde
Draadaanvoerapparaat relatief
Duur
U-correctie
Slope-tijd
Draadaanvoerapparaat [/min]
U-correctie
Duur
Slope-tijd
Draadaanvoerapparaat relatief
Duur
U-correctie
Slope-tijd
Slope-tijd
Draadaanvoerapparaat relatief
Duur
U-correctie
Terugbranden van de draad
Gasnastroomtijd
36
zijn relatieve programma's af fabriek. Ze zijn procentueel afhankelijk van de
END
Afbeelding 5-13
. Deze programma's kunnen ook als absolute
A
Programma
Opmerking
Vereiste GFE-optie/uitvoering (elektronische
gasdebietregeling)
P
Draadaanvoersnelheid, relatieve
START
Duur (startprogramma)
Correctie van de vlambooglengte
Slope-duur van P
P
Draadaanvoersnelheid, absolute
A
Correctie van de vlambooglengte
Duur (punttijd en superpulstijd)
Slope-duur van P
P
Draadaanvoersnelheid, relatieve
B
Duur (gereduceerd hoofdprogramma)
Vlambooglengtecorrectie, relatieve
Slope-duur van P
Slope-duur van P
P
Draadaanvoersnelheid, relatieve
END
Duur (eindprogramma)
Vlambooglengtecorrectie, relatieve
naar P
START
A
naar P
A
B
naar P
B
A
naar P
B
END
099-00L104-EW505
17.01.2022