8
Gebruik
Status- en storingsmeldingen
8.3.1
Bedrijfsmatige remaansturing, bijv. automatische modus van de installatie
8.3.2
Remaansturing onder bijzondere bedrijfsomstandigheden, bijv. configuratiemodus of
stapsgewijze werking
8.4
Status- en storingsmeldingen
120
Technische handleiding – MOVIPRO
Bij een spoelvermogen van de rem van P ≥ 70 W moet bij de aansturing van de rem
een time-out van minstens 1 seconde worden aangehouden.
Rem-
aansturings-
signaal
t uit
1s
In bedrijfssituaties als de configuratiemodus of het stapsgewijze werking zijn kortere ti-
me-outs dan 1 seconde mogelijk. Hierbij moet na uiterlijk 20 aansturingsimpulsen een
time-out van minstens 3 minuten worden aangehouden.
Remaan-
sturings-
signaal
De statusindicatie van het apparaat geeft de actuele bedrijfstoestand aan. Bij de sta-
tus- en storingsmeldingen wordt onderscheid gemaakt tussen meldingen van het ap-
paraat en het gebruikersprogramma. Status- en storingsmeldingen van het apparaat
worden altijd dan uitgegeven wanneer geen gebruikersprogramma actief is.
Overige informatie over de mogelijke status- en storingsmeldingen van het gebruikers-
programma (TecUnit) staat in onderstaande documentatie vermeld: handboek
®
MOVIVISION
- TecUnit (voor de desbetreffende systeemoplossing).
AANWIJZING
Wanneer de bewakingsfunctie voor de time-out van de statusindicatie is uitgescha-
keld, wordt de laatst weergegeven status door het gebruikersprogramma weergege-
ven.
Schakel de bewakingsfunctie voor de time-out uitsluitend in uitzonderingsgevallen uit.
Informeer het bedieningspersoneel over deze toestand.
In onderstaande tabel worden de status- en storingsmeldingen van het apparaat weer-
gegeven:
®
PHC2.A-A..M1-..2A-C5
t in
t in
t uit
1s
max. 20 impulsen
t uit min. 180 s
t in
t in
t uit
t uit
1s
1s
t/s
2950935051
t
2951034251