BEWAARWIJZER
Richt je koelapparaat als volgt in voor de beste bewaring:
Compartiment koelkast
Deurrek
Groentelade
Middelste legger
Bovenste legger
OMGEVINGSTEMPERATUUR
Dit apparaat is ontworpen om te werken in een omgevingstemperatuur tussen
16°C en 38°C in een ruimte met een lagere of hogere temperatuur zal het apparaat
niet juist werken. Als de omgevingstemperatuur gedurende een lange periode
wordt overschreden, zal de temperatuur in de koelkast te hoog oplopen en
kunnen de levensmiddelen bedorven raken.
TEMPERATUURREGELING
De koelkast wordt geregeld door een temperatuurregelaar die zich binnenin het
apparaat bevindt. Stel de regelaar op de gewenste positie in.
•
MIN is de warmste stand (+/- 10°C)
•
MAX is de koudste stand (+/- 0°C)
•
De werkingstijd en –temperatuur worden beïnvloed door de plaats waar
de koelkast wordt gebruikt, het aantal keer de deur wordt geopend en de
temperatuur van de kamer waar de koelkast zich in bevindt.
•
Wanneer je het apparaat in gebruik neemt of na het ontdooien van het
apparaat, stel de regelaar gedurende minstens 2 uur op de koudste stand in
voordat je levensmiddelen inbrengt en stel vervolgens op de medium stand
in.
GEBRUIK
Type voeding
•
Voeding met natuurlijke bewaarmiddelen,
zoals jam, sap, drank, specerijen,...
•
Bewaar hier geen beperkt houdbare voeding
•
Fruit, kruiden en groenten
•
Bewaar bananen, uien, aardappelen en look
niet in de koelkast
•
Zuivel en eieren
•
Voeding die niet gekookt moet worden, zoals
kant-en-klare maaltijden, restjes, beleg
11
WWW.PRIMO-ELEKTRO.BE