Parameter
Vorstbeveiliging
Niveau vorstbev.
SG Ready verhoging
Constante temperatuur
Verlaging
Gebouw
Minimumtemperatuur
Maximale temperatuur
Verhoging vraag
83310907 1/2018-05 La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Hydraulische eenheid WWP LS 8 ... 10-B compact
Instelling
Uit:
Vorstbeveiliging gedeactiveerd.
-20°C ... +29°C:
Als de actuele buitentemperatuur lager ligt dan de ingestelde waarde, is de
installatievorstbeveiliging actief.
Legt het temperatuurniveau voor de installatievorstbeveiliging vast. De effectieve
temperatuur voor het niveau wordt in het menu Gewenste ruimtetemp. van
de stookkring vastgelegd [hfst. 6.7.3.3].
Verhoging van de gewenste warmwatertemperatuur bij:
Smart-Grid-functie in bedrijfsmodus 3 [hfst. 6.7.7.4]
Functie Verhoogde werking op ingang SGR2 [hfst. 6.7.7.2]
De parameter SG Ready verhoging verschijnt alleen als een ingang
overeenkomstig geconfigureerd is.
Vaste vertrektemperatuur voor verwarmingsmodus. De parameter verschijnt enkel
als er onder Vraag de optie Constant ingesteld is.
Temperatuurniveau voor de verlaagde fase in het stookprogramma [hfst. 6.7.3.3].
Vorst
Verlaging
Bij weersafhankelijke regeling beïnvloedt de gemengde buitentemperatuur de
gewenste vertrektemperatuur. De invloed is afhankelijk van de gebouwconstructie.
Hoe beter (zwaarder) de gebouwconstructie, hoe trager de invloed.
Uit, licht, gemiddeld, zwaar
Onderste grens voor de minimale vertrektemperatuur. Lagere warmtevragen
worden tot de ingestelde waarde beperkt.
Bovenste grens voor de maximale vertrektemperatuur. Hogere warmtevragen
worden tot de ingestelde waarde beperkt.
Bij actief dekvloerprogramma heeft de maximale temperatuur geen invloed.
De gewenste vertrektemperatuur van de stookkring wordt met de ingestelde
waarde verhoogd, bijv. om vermogensverliezen te compenseren.
65-132
6 Bediening