De volgende problemen mogen enkel door gekwalificeerde vaklui verholpen worden:
Waarschu-
Oorzaak
wing
Communicatiefout
17
Buitenunit overbelast
18
Fout op de frequentieomvormer van de buitenunit
19
Koelmodus: warmtewisselaar buitenunit oververhit
20
Systeemtemperatuur te laag /
21
Lucht in het verwarmingssysteem /
Temperatuur op de vertrekvoeler LWT (B4) < 7 °C /
Ontdooiing werd stopgezet, omdat de temperatuur
in de interne warmtewisselaar < 7 °C
Compressor oververhit
22
Stroomopname van de compressormotor te hoog
23
Ventilator loopt niet /
24
Ventilator door ijs geblokkeerd
Compressor geblokkeerd
26
83310907 1/2018-05 La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Hydraulische eenheid WWP LS 8 ... 10-B compact
109-132
Oplossing
Spanningstoevoer buitenunit controleren.
Bus-leiding controleren:
mag niet verwisseld zijn,
juiste polariteit.
Bus-spanning controleren.
6 V DC ± 1 V DC
Als de nodige bus-spanning niet aanwezig is:
Busleiding van de buitenunit loskoppelen en
spanning aan de busaansluiting van de
buitenunit controleren.
12 V DC ± 1 V DC
Evt. wanneer deze spanning niet aanwezig is,
controlebox op de buitenunit vervangen.
Als de spanning 12 V DC ± 1 V DC aanwezig is:
Bus-leiding terug aan de buitenunit aansluiten.
Busleiding van de hydraulische eenheid
loskoppelen en spanning aan de
busaansluiting van de hydraulische eenheid
controleren.
Als er geen 12 V DC ± 1 V DC aanwezig is:
Busleiding vervangen.
–
Spanningstoevoer controleren.
Eenfasig toestel: polariteit controleren.
Driefasig toestel: rechtsdraaiveld.
Spanningstoevoer minstens 3 minuten
onderbreken.
Bus-spanning controleren, zie
waarschuwing 17.
Luchttoevoerbereik controleren.
Ventilator controleren.
Evt. warmtewisselaar reinigen.
Bivalentietemperatuur verhogen.
Koelcircuit controleren (te weinig koelmiddel).
Spanningsvoorziening van de
verwarmingselementen van de elektrische
verwarming verzekeren.
Koelcircuit controleren (gebrek aan
koelmiddel, vreemde gassen).
Weerstand wikkelingen van de compressor
controleren.
Koelcircuit controleren.
Werking van het expansieventiel controleren.
Ventilator controleren, evt. vervangen.
Compressor controleren, evt. vervangen.
10 Foutopsporing