NEO 2.1 / SUN 211
M001704-A
4.8
Vullen van de installatie
24/09/2010 - 300024194-001-B
4 Press fitting (6 bar, 140 ºC).
4.7.3.
Isolatie van de leidingen
OPGELET
Om de isolatie tegen mechanische invloeden te
beschermen, tegen vogels en tegen UV-licht, dient een
versterking te worden aangebracht bovenop de
thermische isolatie ter hoogte van het dak, bestaande uit
een aluminium mof of uit zelfklevende aluminium tape.
Deze bijkomende versterking dient afgedicht te zijn met
behulp van siliconen.
4 Reeds bestaand voor "Duo-Tube" (Optioneel).
In het geval dat andere koperen leidingen worden gebruikt, moet
de isolatie voldoen aan de volgende eisen:
- Bestand zijn tegen permanente temperaturen tot 150 °C in de
zone van de collector en ter hoogte van het vertrekpunt, alsook
tegen temperaturen tot -30 °C.
- Isolatie bij voorkeur waterdicht en ononderbroken.
- met een dikte gelijk aan de diameter van de buis en met een K-
coëfficiënt van 0.04 W/mK.
reductie van de isolatie is toegestaan tot 50 % ter hoogte
van de doorgangen door muren en dak.
4 Aanbevolen materialen voor maximum temperaturen van 150_
°C:
- Duo-Tube van De Dietrich
- DuoFlex van De Dietrich
- Armaflex HT
- minerale vezels
- glaswol
OPGELET
Een warm zonnecollector niet vullen / afspoelen.
4
Gevaar voor brandwonden.
Voor de vulling van de installatie, de voordruk van het
4
expantievat meten en deze aan de plaatselijke
omstandigheden aanpassen (Voordruk = statische
hoogte / 10 + 0.3 bar).
Controleer de aansluiting op de zonnecollectoren en
4
de wartel van de sensor van de collector.
Propyleenglycol lekt veel gemakkelijker weg dan
4
water en er dient dan ook na enkele werkingsuren bij
de normale werkdruk een visuele controle van de
dichtheid aan alle verbindingen en afdichtingen, uit
te voeren.
4. Installatie
50